Excellenties, lees eens een boek
Muurvast in Brussel, met de moed der wanhoop op federaal niveau, en “gewillig, maar zonder inhoud” in Vlaanderen. Ze willen maar niet loslopen, de regeringsvormingen die daags na 9 juni voor het eerst sinds lang geen gordiaanse knoop leken. Er zijn ego’s, er zijn kamikazestrategieën, en ja, er zijn authentieke ideologische onoverkomelijkheden. Over je eigen schaduw stappen of die van de partij blijkt telkens weer de grootste hinderpaal. Dat is ook bijzonder moeilijk in een onwrikbaar landschap waarin de partijpolitieke lijnen nauwelijks ruimte laten voor intellectuele flexibiliteit.

Commons
Hoe verfrissend is dan het pas verschenen boek van de Londense sociaal filosoof Roman Krznaric, Geschiedenis voor morgen (u mag een interview verwachten in het Tertio-magazine van oktober). Voor tien universele uitdagingen, zoals de klimaatcrisis, de kloof tussen arm en rijk of de opmars van AI, gaat Krznaric in tijd en ruimte op zoek naar modellen die ernstige maatschappelijke knopen hebben opengebroken. Fascinerend is bijvoorbeeld zijn pleidooi voor de terugkeer van de commons: niet de sturende staat, niet het egocentrische individu of de volatiele markt nemen de belangrijkste maatschappelijke goederen in handen, maar coöperatieve structuren die het algemeen belang en de lange termijn beogen. Communisme, zegt u? Verre van, want het zijn de burgers, de rechtsreeks betrokkenen, die als mondige groep de verantwoordelijkheid voor enkele thema’s in handen nemen. 

Ode aan het compromis
Niet dat de regeringsonderhandelingen rechtstreeks uit dat vaatje kunnen tappen, maar indirect kunnen de commons inspirerend zijn voor de manier waarop we het samenleven weer werkbaar maken. Als alles meteen blokkeert, moeten we een aantal essentiële, ja zelfs existentiële zaken dan niet depolitiseren en depolariseren? Laten we zaken van levensbelang voor de gemeenschap, zoals klimaat en milieu, energievoorziening of democratie over aan de grillige partijpolitiek? Of maken we ze tot het onderwerp van divers samengestelde beleidsorganen die zonder betutteling, rationeel, met realiteitszin en moedig onze toekomst veiligstellen, over partijgrenzen en regeertermijnen heen? Weg van de politieke ideologie, waarin alles consequent moet passen, maar flexibel, met het hogere doel voor ogen?

“Politiek is als De Mol. Je kunt voor de groepspot gaan, of voor eigen winst.”

De oude ideologische strijdpunten wegen immers niet op tegen de urgentie van de gemeenschappelijke langetermijnuitdagingen. Om een hedendaagse analogie te gebruiken: politiek is als De Mol. Je kunt voor de groepspot gaan, of voor eigen winst. Die laatste keuze wordt wel steevast door de gemeenschap verguisd. Het compromis, zo vaak afgeschilderd als een lelijk eendje, is een prachtige politieke verwezenlijking. Het is het resultaat van bereidwilligheid, samenwerking, realiteitszin, vredelievendheid en empathie. Wat werkt op de speelplaats, werkt ook op staatsniveau.

Een volle stal
Uiteraard moeten we tijdelijke oplossingen zoeken voor de kortetermijnnoden, maar wie houdt de blik op later, op de volgende generaties? Onpopulaire ideeën een kans geven, voor het algemeen welzijn en voor de lange termijn: geen politieke partij die het aandurft. Dat is nochtans wat rentmeesterschap, een aloud Bijbels begrip, inhoudt. Zorgzaamheid, solidariteit en herverdeling zijn geen linkse ideeën. Ze zijn door en door christelijk en humanistisch. We zijn één volk, één kudde, en de staldeur gaat pas dicht als ook het laatste schaap binnen is. 

In een van zijn inspirerende homilieën zegt Johnny De Mot, de wijze pastoor van de Brusselse Bijstandskerk, het zo: “Wat wij hier doen, liturgie vieren, is een politiek statement: het is buigen, knielen en rechtstaan voor een gebroken lichaam, voor kwetsbaarheid en uitstoting. Ofwel zijn wij onnozelaars, krankzinnig, ofwel kiezen wij radicaal voor het leven dat uit onze keuze voortvloeit.”

Besturen als poëten
Empathie, perspectiefwisseling: is dat ook niet de grootste winst van lezen? Toen Georges-Louis Bouchez in een interview met De Tijd (2021) zei dat hij nooit fictie leest omdat dat tijdverspilling is – “Het is toch triest iets te lezen dat je niets over de echte wereld bijbrengt?” – en toen hij recentelijk stelde dat ze het land zouden besturen als ingenieurs, niet als poëten, werd veel duidelijk: wie nooit geleerd heeft om in iemand anders schoenen te staan – fictief of reëel – zal die vaardigheid ook niet in het echte leven beheersen. Hoe belangrijk romans en poëzie lezen is, benadrukte ook paus Franciscus in zijn brief van 17 juli aan toekomstige priesters. De paus somt vijf belangrijke baten van lezen op, maar de belangrijkste is wellicht dat we door te lezen “een verbeeldingsvolle empathie ontwikkelen die ons in staat stelt ons te identificeren met hoe anderen de realiteit zien, ervaren en erop reageren”. Maar eerst die regering dus.

Boeiend artikel? Deel het dan met je vrienden via:

Johan Van der Vloet

Meer opinies van
Sylvie Walraevens

Ander en beter

Ze glommen van trots op hun persconferentie vorige week. “Ronduit...

Uw Tertio account

Log in op uw Tertio account en lees meteen uw Tertio digitaal

Nog geen abonnee? Koop makkelijk en veilig uw abonnement op onze website.
Enkel digitaal lezen? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!

Sluiten

Tertio nieuwsbrief

Interessant artikel? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf zo op de hoogte van al onze nieuwste bijdragen, evenementen en aanbiedingen.