“De innerlijke getuigenis van het geweten voor het aangezicht van God verklaart de wereld en haar oordeel nietig”, schrijft Hannah Arendt in navolging van kerkvader Augustinus. Foto: portret van Augustinus door Philippe de Champaigne, 1645. © Wikimedia
Augustinus, levenslange liefde van Hannah Arendt
Eind augustus viert de Schotse universiteit van Aberdeen dat de politiek filosofe Hannah Arendt (1906-1975) er vijftig jaar geleden de befaamde Gifford Lectures verzorgde, als eerste vrouw ooit. Uit de postume publicatie van die lezingen bleek nogmaals Arendts liefde voor het werk van Augustinus (354-430). Die liefde begon met haar proefschrift, dat in 1929 verscheen en sinds kort beschikbaar is in een puike Nederlandse vertaling als Het liefdesbegrip bij Augustinus.
Enkele toonaangevende citaten uit het proefschrift van de joodse Hannah Arendt illustreren de weergaloze wijze waarop ze de katholieke kerkvader Augustinus doet spreken. Het voorwoord van de Nederlandse filosofe Marli Huijer bij de Nederlandse uitgave is in het licht daarvan bediscussieerbaar, wat ook blijkt uit Huijers debat met vertaler Mark Wildschut voor het YouTubekanaal van De Nieuwe Wereld.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!