07-pikaso_enhance__none_4K_Standard_r_c_

De zegen van ouders

Het einde van het schooljaar nadert. In gedachte zie ik de laatstejaars van onze school al defileren in cocktailjurk of kostuum. Op onze school is het traditie dat de abituriënten een roos aan hun ouders aanbieden als dank. Eer uw vader en uw moeder. Een van de tien geboden. Naast dit vierde gebod komt de ouder-kindverhouding in de Bijbel wel vaker aan bod. Zo ook in de Wijsheid van Jezus Sirach. Tegenover de eerbied van de kinderen voor de ouders staat de zegen van de vader/ouders voor de kinderen. De zegen is een steun voor het leven van de kinderen. De zegen is een symbolische handeling met een diepe betekenis. ‘Zegenen’ (bénir in het Frans) is etymologisch afkomstig van het Latijnse bene-dicere: het goede toe ‘zeggen’, toewensen.

Baken van goedheid
Onlangs liet het leven zich voor ons van een minder mooie kant kennen. Het heeft ons positief verbaasd hoeveel mensen ons hebben laten weten: we denken aan jullie, er brandt een kaarsje voor jullie… Naast de letterlijke werken van barmhartigheid (de naakten kleden, de zieken bezoeken enzovoort) zijn er ook geestelijke. De zegen reken ik daar ook onder. Het is de ander het goede toewensen zonder daarom iets concreets of tastbaars te kunnen doen. De zegen beschermt de gezegende niet magisch. De zegen creëert wel vertrouwen tussen de zegenende en de gezegende, waardoor van beide kanten geen dreiging meer uitgaat. In een wereld die soms onbetrouwbaar, onveilig en onvoorspelbaar is, is hij een baken van goedheid. De zegen schept een veilige levensruimte voor de zoekende jonge mens. Dat is de steun waartoe ouders geroepen zijn voor hun kinderen.