“Als ik opnieuw zou kunnen beginnen, zou ik juist hetzelfde doen”, zegt zuster Johan. © vk
Sinds mijn plechtige communie voelde ik me aangetrokken tot het kloosterleven. Het leek me fijn om mensen te helpen en te doen waarover ik gehoord had tijdens samenkomsten van de beweging Eucharistische Kruistocht van Priester Poppe en in de godsdienstles. Op mijn vijftiende ging ik alleen met de bus en de trein naar de kanunnik in Hannut om toestemming te vragen in te treden in het klooster. Tot grote verbazing van mijn vader kreeg ik die en kon ik als zestienjarig meisje postulante worden. Mijn moeder zei: ‘Als je vindt dat het niet goed is, kom je gewoon terug naar huis’. Maar dat was niet nodig, ik koos voor het kloosterleven en zette me in om het zo goed mogelijk te doen. In de beginjaren verbleef ik lange tijd in het klooster. Mijn familie zag me weinig. Mijn moeder kreeg nog drie kinderen die me dus nooit thuis hebben gekend. Dat leidde soms tot hilarische toestanden. Toen ik op een dag in mijn zusterkledij met mijn moeder praatte, vroeg mijn jongste zusje haar: ‘Mag die zuster zomaar “ma” zeggen tegen u?’ Ze wist niet dat ik haar oudste zus was. (lacht)
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...