Een op de vijf beroepslandbouwers in Vlaanderen en Brussel, 3.652 landbouwbedrijven in totaal, werkt op meer dan 10 procent publieke grond in hun areaal. © Pexels

Kerkfabrieken bezitten voor 648,875 miljoen euro landbouwgrond
Publieke levensbeschouwelijke instellingen, waarvan het leeuwendeel bestaat uit kerkfabrieken, bezitten in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 9.556 hectare grond bestemd voor landbouw. Het Instituut voor Landbouw, Visserij en Voedingsonderzoek (ILVO) wil het debat over de verkoop van zulke gronden aanzwengelen wegens de mogelijk nare gevolgen ervan voor het voortbestaan van duizenden landbouwbedrijven.

Uit de recente Landbouwbarometer van de Federatie van het Notariaat (Fednot) blijkt dat de gemiddelde prijs per hectare landbouwgrond in Vlaanderen in de eerste helft van dit jaar gemiddeld 68.934 euro per hectare bedroeg (zie artikel Landbouwgrond 2,8 procent duurder). Voor Vlaanderen alleen betekent dit dat de “publieke levensbeschouwelijke instellingen” voor 648,875 miljoen euro aan grond bestemd voor landbouw in hun bezit hebben. ILVO beschouwt als publieke levensbeschouwelijke instellingen hoofdzakelijk openbare instellingen die aan de katholieke Kerk verbonden zijn. 

ILVO verduidelijkt in zijn dinsdag gepubliceerde rapport Publieke Grond in Vlaanderen & Brussel: “Kerkfabrieken, de kathedrale kapittels en de seminaries worden door de Belgische grondwet als publiekrechtelijke rechtspersonen beschouwd. In het Eredienstendecreet van 2004 zijn daar de Centrale Kerkbesturen bijgekomen en is opnieuw uitdrukkelijk bepaald dat Kerkfabrieken en het Centraal Kerkbestuur openbare instellingen zijn. De eigenaarscategorie ‘Publieke levensbeschouwelijke instellingen’ is bewust breder opgevat omdat er ook openbare instellingen bestaan die aan andere geloofsovertuigingen zijn gekoppeld en die eveneens in het Eredienstendecreet worden beschreven, waaronder de islamitische gemeenschap en de Israëlitische gemeente.” In hoofdzaak gaat het evenwel om kerkfabrieken.

In snel tempo afgebouwd
Het publiek grondbezit van de publieke levensbeschouwelijke instellingen In Vlaanderen bedraagt 11.945 hectare, waarvan 80 procent (9.556 hectare) bestemd is voor landbouw, blijkt uit de ILVO-cijfers. Het maatschappelijke debat over publieke gronden komt langzaam op gang, maar het ontbrak aan concrete cijfers. Het is voor het eerst dat het grondbezit van alle federale, regionale, provinciale en lokale overheden, OCMW’s, publieke levensbeschouwelijke instellingen en andere (semi-)publieke organisaties en samenwerkingsverbanden in kaart is gebracht. De resultaten van dit onderzoek liggen in lijn met een eerdere analyse van de publieke gronden in Oost-Vlaanderen (zie ook Tertio 1.257 van 13 maart 2024).


Publiek grondbezit in Vlaanderen en Brussel, per instelling en per bestemming
Bron: ILVO op basis van kadasterdata (FOD Financiën, 2024), ruimteboekhouding (Departement Omgeving, 2024) en gewestelijk bestemmingsplan Brussel (perspective.brussels, 2001)

OCMW’s, kerkfabrieken en hun voorlopers bezitten al vele eeuwen duizenden hectares landbouwgrond, soms ook buiten hun eigen grondgebied. Recent blijken zij hun grondbezit in snel tempo af te bouwen, zo stelde de onderzoekers van ILVO vast. Het gaat over dalingen van 30 procent bij de OCMW’s en van 10 procent bij de kerkfabrieken tussen 2005 en 2024, dus in net geen twintig jaar tijd. Anderzijds blijkt dat publieke instellingen de afgelopen twee decennia bijzonder actief zijn geweest op de grondmarkt als koper. Vooral regionale en provinciale overheden kochten grond aan. “Dat leidde tot een structurele stijging van het publiek grondbezit met 10 procent”, stelt ILVO-onderzoeker Glenn Willems vast. De aangekochte gronden worden ingezet voor het behalen van beleidsdoelen rond natuur, water, mobiliteit, industrie, wonen en vele andere thema’s. Voor landbouw bestaat een dergelijk actief grondbeleid evenwel niet of nauwelijks.


Evolutie van het grondbezit per type overheidsinstelling
Bron: ILVO op basis van kadasterdata (FOD Financiën, 2005-2024)

Financiële motieven
“De verkoop van gronden is een middel, geen doel op zich”, benadrukt Hans Vandermaelen, ILVO-onderzoeker Publieke Gronden. Het idee dat de bestemming van landbouwgrond niet wijzigt bij verkoop is volgens hem evenwel relatief. De bestemming verandert misschien niet, maar het feitelijke gebruik ervan kan wel degelijk wijzigen. ILVO verwacht dat bij een ongewijzigd beleid vooral de OCMW’s en kerkfabrieken hun landbouwbezittingen zullen blijven van de hand doen. Financiële motieven, vaak op korte termijn, liggen daarbij aan de basis. OCMW’s zullen een verkoop motiveren vanuit hun precaire financiële situatie en hun zoektocht naar investeringsmiddelen om bijvoorbeeld woonzorgcentra te bouwen.

Kerkfabrieken zullen de verkoop verklaren vanwege de grote onderhoudskosten die met verouderd kerkelijk patrimonium gepaard gaan en de druk die op de gemeentelijke bijdragen aan de kerkfabrieken is komen te staan. “Beide instellingen zullen doorgaans eerst hun hoeves afstoten en vervolgens hun landbouwgronden, zeker wanneer de goederen buiten het eigen grondgebied zijn gelegen. Meestal zullen ze de voorkeur geven aan de verkoop van pachtvrije landbouwgronden, mogelijks uit solidariteit met de resterende pachters maar minstens evenzeer omdat pachtvrije grond aan hogere prijzen verkocht kan worden dan verpachte grond”, schrijven de onderzoekers in hun rapport.

Een op de vijf
Een op de vijf beroepslandbouwers in Vlaanderen en Brussel, 3.652 landbouwbedrijven in totaal, werkt op meer dan 10 procent publieke grond in hun areaal. Gemiddeld maken publieke gronden zelfs een vierde van hun areaal uit, met een paar uitschieters tot 100 procent. “Beslissingen van publieke grondeigenaars, zoals het houden of verkopen van grond of het al dan niet instellen van gebruiksvoorwaarden of -termijnen, kunnen de bedrijfsvoering van deze landbouwers beïnvloeden”, observeert Vandermaelen. Waar publieke pachtgronden vroeger zekerheid boden aan landbouwers op lange termijn, worden de publieke gronden vandaag, door de voortdurende verkoop, een factor van onzekerheid.

“Verkoopsbeslissingen hebben een effect dat veel verder reikt dan de publieke gronden zelf.”

Verkoopsbeslissingen hebben in elk geval een effect dat soms veel verder reikt dan de publieke gronden zelf. “Als een landbouwbedrijf plots een kwart van zijn areaal bij verkoop verliest, dan heeft dat een mogelijk negatieve impact op het volledige bedrijf”, concludeert Vandermaelen. “Via hun grondbeleid bepalen publieke instellingen dus mee de toekomst van een vijfde van de beroepslandbouwers en van een kwart van al de gronden die beroepslandbouwers vandaag in Vlaanderen en Brussel bewerken.”

De inzichten uit het onderzoek bieden volgens ILVO stof voor een maatschappelijk debat. De cijfers, blootgelegde dynamieken en evoluties benadrukken meteen ook de urgentie ervan. ILVO schuift in zijn rapport alvast acht invalshoeken voor het debat naar voren.

Op 19 september 2024 organiseert ILVO de inspiratiedag “Publieke landbouwgrond in Vlaanderen en Brussel: cijfers en kansen” in het STAM in Gent. Laatste plaatsen zijn te reserveren via ilvo.vlaanderen.be/nl/agenda/publieke-landbouwgronden-vlaanderen.

 

Boeiend artikel? Deel het dan met je vrienden via:

Verder lezen?

Log in op uw Tertio account en lees meteen verder

Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!

Lees ook deze artikels...

Uw Tertio account

Log in op uw Tertio account en lees meteen uw Tertio digitaal

Nog geen abonnee? Koop makkelijk en veilig uw abonnement op onze website.
Enkel digitaal lezen? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!

Sluiten

Tertio nieuwsbrief

Interessant artikel? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf zo op de hoogte van al onze nieuwste bijdragen, evenementen en aanbiedingen.