Besparen
Eerst het goede nieuws: uit onze bevraging blijkt een grote consensus over het behoud van ons sociale zekerheidsstelsel en de zorg in het bijzonder. Iedere partij pleit vanuit haar eigen invalshoek voor bijsturingen, meer preventie en efficiëntiewinsten. Hoe moet de zorg gefinancierd worden? Hier splitsen de wegen tussen rechts en links. Links wil het geld vooral extern zoeken: een rechtvaardiger belastingsysteem dat hoge vermogens meer doet bijdragen. Rechts wil besparen op uitkeringen en de groeinorm van de sociale zekerheid verlagen. Met als cynisch hoogtepunt een lachende premier De Croo die op sociale media kopt: een “lager minimumpensioen voor wie langer dan twee jaar werkloos is.”
Solidariteit
Annelies Verlinden waarschuwde in Tertio van vorige week voor het meritocratische denken: je hebt alles in je leven aan jezelf te danken of te wijten. Een gezonde inzet voor je eigen leven is uiteraard noodzakelijk. Maar mensen zijn kwetsbaar en het lot kan onmetelijk zwaar zijn. Meritocratie zonder solidariteit leidt tot een hardvochtige samenleving. Politici moeten goed nadenken welk soort maatschappij ze propageren. Een prestatiesamenleving stelt de – liefst succesvolle en goed verdienende – actieven centraal. Zo laat ze steeds minder ruimte voor zorgbehoevendheid, hoe en waar ze zich ook manifesteert. Dat straalt af op de zorgverleners, die kreunen onder een gebrek aan waardering en onder personeelstekort. Dat laatste zal alleen maar toenemen, ook door burn-out en personeelsverloop.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Tegelijk is een samenleving die alles van de staat verwacht ook niet houdbaar. Christenen staan in deze kwestie in een gezond midden. Het christendom ontstond in een meritocratische, hardvochtige samenleving. De eerste christenen verzetten zich daartegen: ze zorgden voor weduwen en wezen en bouwden later de eerste ziekenhuizen. Uit die inspiratie groeide onze sociale zekerheid. Dat spirituele erfgoed moeten we met hand en tand verdedigen. Tegelijk vinden christenen hun eigen verantwoordelijkheid essentieel. Toen zij ziekenhuizen stichtten, was er geen staat om hen te steunen. De vele instellingen met een ‘heiligennaam’ herinneren er ons aan hoe talloze religieuzen hun leven ten dienste van kwetsbare en lijdende mensen stelden. Vandaag zijn er de vrijwilligers en mantelzorgers. De overheid kan niet alles omzetten in betaalde jobs. Daarom is het middenveld zo wezenlijk. Middenveldorganisaties mobiliseren en begeleiden vrijwilligers die onvervangbaar maatschappelijk werk doen. Samana telt er bijvoorbeeld meer dan 25.000. Als je die zorg omzet in geld, heb je algauw enkele miljoenen nodig. Ironisch genoeg willen partijen die focussen op besparingen in de zorg, net het middenveld droppen.
Zinvol verhaal
De staat is evenmin een betekenisgever. Hij schept in het beste geval de juiste kaders om humane zorg te organiseren. Maar het zijn de zorgdragers zelf die zin geven aan wat er gebeurt. Christelijke instellingen krijgen in die situatie de kans om hun spirituele erfgoed terug op te delven. Dat kunnen ze vertalen naar betekenisvolle zorg voor zorgvragers én voor hun eigen personeel. Heel wat zorggroepen nemen daadwerkelijk die uitdaging op. Dat leidt bij hun werknemers tot grotere werkvoldoening en minder uitval. Het christelijk verhaal is nog lang niet uitverteld. Laat het ons blijvend actualiseren, in dienst van de noden van onze samenleving.
Meer opinies van
Johan Van der Vloet