De gedenkplaats voor de 45 slachtoffers van het bloedbad in het Kosovaarse dorpje Reçak in januari 1999. De NAVO-campagne tegen Servië die daarop volgde, leidde tot een verzuring van de relaties met Moskou. © rr
De geopolitieke gebeurtenissen die in 1999, aan de vooravond van de 21ste eeuw, het wereldnieuws haalden, hebben 25 jaar later nog steeds een invloed op het wereldgebeuren. Poetin, die begin 2000 de fakkel overnam van president Boris Jeltsin (1931-2007), lijkt na de presidentsverkiezingen van vorige maand steviger dan ooit in het zadel te zitten. Jeltsin was in 1999 aan het einde van zijn Latijn en nam op de laatste dag van 1999 verrassend ontslag, waardoor Poetin, die toen slechts enkele maanden premier was, waarnemend president werd. Na de presidentsverkiezingen van maart 2000 nam hij meteen een aantal maatregelen om het centrale gezag in Moskou te verstevigen. Een kwarteeuw nadat hij in het Kremlin de touwtjes in handen kreeg, zitten de relaties tussen Rusland en de inmiddels met Finland en Zweden uitgebreide NAVO ver onder het vriespunt. De relatie tussen Moskou en het Westen begon te verzuren in 1999, toen de NAVO besliste om zonder VN-mandaat het orthodoxe Servië van de toenmalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic (1941-2006) te bombarderen. Die had geweigerd een vredesplan te aanvaarden voor de Servische provincie Kosovo, waar hoofdzakelijk etnische Albanezen woonden.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...