© Unsplash

Verkiezingsdossier – Politieke visies op ouderenzorg
CM-voorzitter Luc Van Gorp bond onlangs de kat de bel aan over het zorginfarct dat onafwendbaar is als er niet dringend ingegrepen wordt om de ouderenzorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Toch ontbreekt dat thema nagenoeg in alle partijprogramma’s in aanloop naar de verkiezingen van 9 juni. Reden voor Tertio om aan de kloppen bij diverse politici met de vraag hoe zij denken de toenemende zorgvragen door de vergrijzing en het personeelstekort in de sector het hoofd te bieden.

Tertio polste zeven politici van de grote Vlaamse partijen, die begaan zijn met gezondheidszorg en welzijn, naar hun kijk op de nakende vergrijzing en op het dreigende zorginfarct, op de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de ouderenzorg en de integratie van ouderen in de samenleving.

Ondanks alle verschillen tussen de partijen valt het toch op dat de zeven politici het over enkele zaken eens zijn. Gewoon voortdoen zoals nu is voor hen geen optie, hervormingen dringen zich op, besparingen wellicht ook. Om werken in de zorg aantrekkelijker te maken en het personeelstekort aan te pakken, verwijzen ze steevast naar het algemeen beleid rond werk, waarbij het inkomensverschil tussen werken en niet werken groter moet worden. Onder andere het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd keert daarbij geregeld terug, net als het heractiveren van langdurig zieken. Tegelijk beseffen de politici dat er geen heiligmakende oplossing bestaat om het personeelstekort in de zorgsector op te lossen. Er zal tegelijk ingezet moeten worden op tal van maatregelen. Slechts een enkeling vermeldt daarbij dat ook arbeidsmigratie onvermijdelijk zal zijn. Daarnaast willen alle partijen dat ouderen niet afgeschreven worden, dat er meer waardering komt voor senioren en dat ze volwaardig deel uitmaken van de samenleving, mede dankzij de integratie in zorgzame buurten. De onderlinge solidariteit en het sociale weefsel versterken zijn nodig tegen de vereenzaming en opdat informele zorg de formele zou aanvullen. Om de zorg betaalbaar te houden, willen alle partijen inzetten op meer preventie en op de helpende handen van mantelzorgers en vrijwilligers. 

Frank Vandenbroucke (Vooruit), federaal vicepremier en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
Alles staat of valt met een sterke welvaartsstaat. We moeten blijven investeren én hervormen in onze gezondheidszorg, pensioenen en onderwijs. Om te kunnen investeren vragen we een eerlijke bijdrage van grote vermogens en multinationals en schrappen we overbodige uitgaven, zoals royale bedrijfssubsidies. Tegelijkertijd zetten we in op duurzame groei van onze kenniseconomie: in onderwijs, kinderopvang, onderzoek, innovatie en in een meer competitieve, productieve en duurzame markteconomie. Alleen door nu te investeren, garanderen we een gezonde toekomst.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
Naast investeren, moeten we ook durven te hervormen. Investeren en hervormen gaan hand in hand. Het een gaat niet zonder het ander. Zo moeten we niet alleen meer investeren in zorg, maar ook anders investeren. Met meer van hetzelfde zullen we er niet raken. We moeten dit doelmatig aanpakken. Dat betekent dat we moeten hervormen waar en wanneer nodig. Hervormen om te zorgen dat we met de beschikbare middelen meer gezondheid bereiken. Hervormen om te zorgen voor een betere zorgervaring voor onze patiënten. Hervormen om te zorgen voor een minder stresserend werkklimaat voor onze zorgverleners. Hervormen om meer sociale gelijkheid tot stand brengen in de gezondheidszorg.

Als we het goed aanpakken, moeten we de juiste zorg op de juiste plaats kunnen blijven aanbieden. Ik kan mij niet inbeelden dat een rijk land dat niet kan. Dat veronderstelt een zeer goed georganiseerde solidariteit, die toch wel voor een deel op een andere leest geschoeid is. Er zal veel creativiteit nodig zijn op technologisch, maar ook op menselijk en organisatorisch vlak. Daarbij zullen we de gebaande paden moeten verlaten. Als we het dat niet kunnen, dan wordt de uitdaging heel moeilijk. Er is veel koudwatervrees – Belgen en Vlamingen springen niet zo makkelijk – maar ik zie ook veel redenen voor optimisme, ondanks het feit dat mensen soms liefst niet te veel veranderen.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
Een mirakeloplossing is er niet om het personeelstekort in de zorg op te lossen. De oplossing ligt niet alleen in gewoon meer personeel of meer geld. Neen, de vraag die we vandaag moeten beantwoorden, is hoe we onze zorg op de best mogelijke manier organiseren en ons zorgpersoneel op de best mogelijke manier inzetten, om te verzekeren dat wie over 10 jaar zorg nodig heeft, die zorg ook krijgt. Om die fundamentele uitdaging tot een goed einde te brengen, is het niet alleen een kwestie van investeren, maar ook een kwestie van duurzaam hervormen. Nu al. En dat op verschillende fronten tegelijk, en met een visie op de lange termijn.

Ten eerste moeten we af van het idee dat gezondheidszorgbeleid alleen gericht is op ‘genezen’. Een goed gezondheidszorgbeleid is een beleid dat maximale gezondheid creëert in de samenleving. Dat betekent dat je als overheid sterk inzet op een gezonde leefomgeving, dat je als overheid sterk inzet op ‘gezond leven’ en dat je dus veel meer werken op preventie. Een overheid moet er ook voor zorgen dat iedereen voor gezondheid kan kiezen. Zo weten we bijvoorbeeld dat verhoudingsgewijs mensen die financieel kwetsbaar zijn, sneller naar de sigaret grijpen. Kortom, als je veel meer gezondheid ‘creëert’, dan kom je al een eind ver. Want dat betekent minder mensen die ziek worden en dus minder mensen die zorg nodig hebben.

Ten tweede moeten we kijken hoe we ons zorgpersoneel beter kunnen inzetten. En dat moeten we echt doen zonder taboes, want nog jaren meer van hetzelfde doen, is geen oplossing. Zo hebben we uiteraard nood aan vele nieuwe handen, maar ook aan verschillende verpleegkundige profielen om alle verschillende zorgtaken – gaande van intensieve zorg in een ziekenhuis, via de huisarts tot thuisverpleging – beter in te vullen. Daar speelt mijn hervorming van het verpleegkundig beroep op in, door onder meer taken te verschuiven, elke schakel in de zorgladder in zijn waarde te kennen en het beroep van verpleegkundige te herwaarderen. Zo’n brede hervorming is echt nodig om onze verpleegkundige zorg klaar te stomen voor de toekomst én de aantrekkelijkheid van het werken in de zorg te verhogen. Want moet je een verpleegkundige zijn om een bejaarde vrouw – die thuis voor de rest haar plan trekt – te helpen om elke dag haar steunkousen aan te trekken? Of is het de taak van een verpleegkundige om in het ziekenhuis eten rond te brengen bij de patiënt, als die taak perfect door iemand anders kan ingevuld worden of de technologie daar een handje kan toesteken? In de huisartspraktijk idem: om de huisarts te ontlasten moeten we durven te kijken naar sommige taken die bijvoorbeeld een praktijkassistent – daartoe is er een gloednieuwe opleiding die deze regering in de steigers heeft gezet in het kader van de New Deal voor de huisartspraktijk – kan uitvoeren.

Ten derde kan je het personeelstekort ook alleen maar oplossen als je voluit de kaart van de samenwerking trekt, binnen de lijnen van onze gezondheidszorg, maar ook tussen de lijnen van onze gezondheidszorg, en nog breder tussen gezondheidszorg en welzijnszorg. Want welzijn, dat is ook gezondheid. En gezondheid, dat is ook welzijn. Ik geef een voorbeeld: een sociaal assistent van het OCMW kan snel tot de conclusie komen dat iemand bovenmatige stress en gezondheidsproblemen ontwikkelt, omdat aan de basis vooral een financieel probleem ligt. Dat in handen nemen, met de hulp van een georganiseerd sociaal netwerk, kan – samen met bijvoorbeeld een huisarts of psycholoog – een hele cascade aan fysieke problemen verhelpen. Dat vroegtijdig opsporen én tijdig verhelpen van psychologische problemen, is iets wat je moet organiseren, daar waar mensen komen. Het is dan ook de kern van mijn hervorming in de geestelijke gezondheidszorg: laagdrempelig, toegankelijk en betaalbaar.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
Werken is goed voor iedereen: voor mensen die werken, voor de economie en de welvaartsstaat. Daarom willen we dat zoveel mogelijk mensen aan het werk zijn en dat mensen die elke dag keihard hun best doen daar beter voor beloond worden en kunnen rekenen op werkbaar werk. Hoe doen we dat? Om meer mensen aan het werk te krijgen, begeleiden we werkzoekenden veel intensiever naar een baan. En wie aan het einde van dat intensieve begeleidingstraject geen werk gevonden heeft, bieden we een basisbaan aan. En om te zorgen dat mensen die elke dag keihard hun best doen, beter beloond worden, garanderen we de automatische loonindexering én de mogelijkheid van hogere lonen boven op de index. Werken moet altijd duidelijk meer lonen dat niet-werken. We zorgen er bovendien voor dat alle mensen kunnen werken in deftige omstandigheden, en dat hun job te combineren valt met een gezins- en privéleven.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
We zetten sterk in op het voorkomen van eenzaamheid in onze samenleving. Voor kwetsbare groepen zoals ouderen en alleenstaanden streven we naar een laagdrempelig vrijetijdsaanbod, met ruimte voor ontmoeting en aandacht voor mentaal welzijn. Buurtwerkers spelen hierbij een essentiële rol, actief in de strijd tegen eenzaamheid binnen hun gemeenschappen.
Lokale dienstencentra vormen cruciale hubs waar mensen van alle leeftijden terechtkunnen voor maaltijden, ondersteuning en administratieve hulp. We streven ernaar minstens één dergelijke faciliteit in elke stad of gemeente beschikbaar te hebben, om zo de benodigde zorg te bieden.

In het arbeidsdomein zijn oudere werknemers vaak slachtoffer van leeftijdsdiscriminatie, een praktijk die strijdig is met de antidiscriminatiewet en die wij bij Vooruit krachtig willen bestrijden. Als we van mensen verwachten langer te werken, moeten zij ook de kans krijgen dat te doen. Dit betekent dat werkgevers redelijke aanpassingen moeten doorvoeren om ervoor te zorgen dat werknemers in de herfst van hun carrière kunnen blijven meedraaien. We zullen nauwlettend controleren dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Daarnaast streven we naar een versterkte participatie van ouderen in verschillende beleidsfacetten, ondersteund door krachtige lokale seniorenraden, de Vlaamse Ouderenraad en de Federale Adviesraad voor Ouderen.

 

Hilde Crevits (CD&V), Vlaams viceminister-president en minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
Vooreerst wil ik beklemtonen dat onze partij het belangrijk vindt dat elke Vlaming goede zorg verdient. Van jong tot oud, iedereen moet op goede zorg kunnen rekenen. De vergrijzing, dat weten we, komt op ons af en dat is ook de reden waarom we de afgelopen legislatuur al 1 miljard euro extra hebben geïnvesteerd in de residentiële ouderenzorg wat het totaal op 3,2 miljard brengt. Vlaanderen betaalt zo’n 60 procent van de rekening voor de bewoners van het woonzorgcentrum. We investeren in zorg, in personeel, in palliatieve zorg, in infrastructuur. Tienduizenden ouderen en mensen in woonzorgcentra krijgen een zorgbudget, dat we verhoogden deze legislatuur. We nemen maatregelen om financiële wantoestanden in woonzorgcentra te verbieden.  

Het gegeven dat mensen ouder worden is ook economisch niet alleen een kost: mensen zijn ook en gelukkig langer gezond en zijn ook langer professioneel en/of sociaal actief. Om de oplopende zorgkosten gefinancierd te houden, zullen we de Vlaamse sociale bescherming (VSB) moeten versterken. De premie die toegang geeft tot de VSB moet meer gedifferentieerd worden rekening houdend met de financiële draagkracht van mensen.  

We mogen de verdere vergrijzing niet zien als een doembeeld dat we nooit zullen kunnen opvangen. De Vlaamse begroting is gezond, ook al zijn er nu al heel wat meer 80-plussers dan vroeger, en dat is voor ons belangrijk, net om de toekomstige zorgnoden ook te kunnen invullen.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
Veel mensen in het buitenland benijden ons voor onze sterke sociale zekerheid en sociale bescherming. Wij kiezen ervoor dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven met kwalitatieve thuiszorg. Ik zie bij mijn oudere ouders en schoonouders in onze kangoeroewoning hoe waardevol en kwalitatief die thuiszorg is. Wie een faire bijdrage betaalt, moet kunnen rekenen op goede en betaalbare zorg.

Het grootste probleem waarmee we geconfronteerd worden is het personeelsgebrek. We nemen een reeks maatregelen om meer personeel voor de zorg aan te trekken. We gaan iedereen nodig hebben en maken vandaag al werk van het erkennen van verworven competenties, bijvoorbeeld op de werkvloer of het aantrekken van zij-instromers. We mogen ook de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers niet onderschatten en moeten hier ook op inzetten.

Daarnaast moeten we blijven inzetten op samenwerking over sectoren en heen en innovatie in de werking nastreven. Alivia zal een belangrijk instrument zijn om deze doelstelling te realiseren, alsook de zorgcoördinatie rond de persoon met een zorgnood. Zo werken we doelgericht samen in functie van de noden van die persoon en vergemakkelijken we de communicatie en samenwerking.

Meer op mesoniveau zien we mooie samenwerkingen ontstaan tussen voorzieningen die elkaar vinden en versterken in de zorg voor kwetsbare personen en daartoe ook samen kennis en ervaring inzetten. Zo kunnen ouderenzorg, thuiszorg, zorg voor personen met een handicap, jeugdhulp… allemaal van elkaar leren. Die innovatieve samenwerkingen wil ik graag stimuleren. We willen de kwaliteit van de zorg waarborgen door de versterking van de sociale bescherming zoals ik al eerder vermeldde.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
Onze arbeidsmarkt in Vlaanderen doet het goed. Alsmaar meer mensen zijn aan het werk zodat we bijna aan de werkzaamheidsgraad van 80 procent zijn. Met de Vlaamse regering hebben we de afgelopen jaren heel wat maatregelen genomen om zij die nog niet werken te stimuleren om aan de slag te gaan. Via de jobbonus, via begeleiding, via opleidingen enzovoort. De arbeidskrapte is terug te vinden in zowat alle sectoren, zeker ook in de zorg. Daarnaast investeren we in de kinderopvang, wat natuurlijk cruciaal is om jonge ouders in staat te stellen om hun job te combineren met hun nieuwe rol als vader/moeder.

Eén heiligmakende oplossing is er niet, meerdere initiatieven zullen het verschil moeten maken. Niet alleen op de arbeidsmarkt trouwens. In een snel veranderende samenleving is er het belang van investeren in onderzoek & ontwikkeling, digitalisering en artificiële intelligentie. Er is de terechte vraag dat er ook aandacht moet zijn voor een sterkere productiviteitsgroei, want die bepaalt onze welvaart en welzijn evenzeer. Dat gaat dus niet over meer werken, maar over slimmer werken.

We weten dat de werkdruk onder meer in de woonzorgcentra hoog is, zelfs in vergelijking met de andere zorgsectoren. Vandaar dat we met VIA 6 hard hebben ingezet op tewerkstellingsuitbreiding. Helaas raken die vacatures niet helemaal ingevuld. Daarom dat we onder meer extra profielen proberen aan te trekken. Een grote groep van diploma’s kunnen daarvoor tellen, denk aan psychologen, pedagogen, muziektherapeuten, filosofen, logopedisten… Op die manier kan zorgpersoneel meer met zorg bezig zijn. We zijn steeds bereid om deze lijst verder uit te breiden in overleg met de sector. We bieden ook de mogelijkheid om logistieke medewerkers in te schakelen. VIA 6 loopt nog steeds: 412 miljoen versterking van de koopkracht, 165 miljoen euro voor uitbreidingsbeleid en bijkomend personeel. De zorgambassadeur heeft als opdracht om werken in de zorg- en welzijnssector te promoten.

We hebben de campagne Career, een actieplan (zij-)instroom in de zorg- en welzijnssector, waarin de prioriteiten zijn bepaald in volledige afstemming met de sociale partners. Voor wat artsen en tandartsen betreft wensen wij de beperkende quota voor instroom op te heffen.

Verder willen we de financiering van de anciënniteitskost voor zorgkundigen en personeel voor reactivering optrekken. Door de anciënniteit correcter te vergoeden, kunnen woonzorgcentra ook oudere medewerkers aantrekken. Innovatie en betere dataverzameling bieden ook heel wat kansen. Ik geef een voorbeeld. We zijn een nieuw digitaal instrument aan het uitwerken Alivia. Een instrument om de zorgcoördinatie van een zorggebruiker op te stellen. Versnipperde informatie wordt beter bijeengebracht waardoor de verpleegkundige, de zorgkundige meer tijd aan de zorg zelf kunnen besteden.

Maar we moeten ook durven na te denken over arbeidsorganisatie. Hoe kunnen we het werk nog beter organiseren? Er ligt echter ook een belangrijke opdracht bij de organisaties zelf: durven na te denken over arbeidsorganisatie, werk maken van een hedendaags HR-beleid, durven in te zetten op taakdifferentiatie, aanvullende profielen…  Zo geeft een KCE-rapport aan dat we in vergelijking met andere Europese landen niet weinig verpleegkundigen hebben. Het is belangrijk om die verpleegkundigen ook aan boord te houden.  

En ten slotte denk ik ook dat we nog meer mogelijkheden moeten verkennen hoe we andere groepen kunnen inschakelen in de hulp in de zorg. Onze mantelzorgers leveren al prachtig werk, maar misschien vinden we meer mensen bereid om een handje te helpen. Denk bijvoorbeeld aan jonggepensioneerden. Ook de projecten zorgzame buurten werken aan de verbinding tussen informele zorg en formele zorg. Men neemt gemakkelijker zorg op voor elkaar als men elkaar kent en in elkaars nabijheid verblijft. 

Waar zijn we nog mee bezig? Er zijn een paar aspecten waar werk van gemaakt zal moeten worden. Een deel van het antwoord ligt in de organisatie van de zorg en in innovatie in de arbeidsorganisatie van onze voorzieningen. Er zal ook een nieuw sociaal akkoord nodig zijn, het huidige akkoord loopt tot 2025. In het vorige akkoord werd er ook werk gemaakt van een actieplan rond zij-instroom. En we zullen meer mensen moeten blijven aantrekken naar werken in de zorgsectoren, samen met de zorgambassadeur willen we een positief imago richting de sector uitdragen. Ik zie ook mogelijkheden om een expertenpanel aan te stellen. Die kan concrete beleidsaanbevelingen doen met rond het aantrekken en behouden van personeel in de Vlaamse zorg- en welzijnssectoren.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
Als Vlaams minister van Werk heb ik er al werk van gemaakt om meer mensen aan het werk te helpen en mijn opvolger Jo Brouns heeft dat werk verdergezet. Voor de verkiezingen hebben we verschillende concrete voorstellen.

We verlagen de lasten op arbeid structureel via een grondige fiscale hervorming. Werken moet zo meer lonen.

We hervormen de werkloosheidsuitkering door ze te vereenvoudigen, sociaal rechtvaardiger en meer activerend te maken. Zo trekken we de werkloosheidsuitkering op gedurende de eerste periode, versterken we de degressiviteit en zorgen voor een betere waardering van opleidingen voor knelpuntberoepen. We beperken de werkloosheid in de tijd tot drie jaar.

CD&V wil een levenslange (bij)leercultuur verwezenlijken, waarbij iedereen de kans krijgt om voor, gedurende en na de loopbaan bij te leren. Dit kan onder meer via de creatie van een individueel competentiepaspoort, een kwalitatief aanbod voor het individueel opleidingsrecht, toegankelijkere opleidingsmogelijkheden…

We zetten in op een betere arbeidsmobiliteit. We maken werk van een goede afstemming van de statuten van werknemer, ambtenaar en zelfstandige om de arbeidsmobiliteit tussen de verschillende statuten en sectoren te verbeteren. Wij willen dat er een duidelijk kader komt voor intraregionale arbeidsmobiliteit op basis van het werkplaatsprincipe, zodat alle gewestelijke werkmaatregelen van toepassing zijn op iedereen die in het betrokken gewest werkt.

We voeren een kindvolgend verlofkader in, waarbij elk kind bij de geboorte een rugzakje krijgt met verlofrechten. Die kunnen opgenomen worden door de ouders en in tweede instantie ook door andere opvoedingsverantwoordelijken waarmee het kind een duurzame en affectieve band heeft, zoals grootouders, plusouders, pleegouders….

We grijpen vroeger in bij mensen die dreigen uit te vallen door de arbeidsparticipatietoeslag in te voeren. Wie een medische problematiek heeft, hoeft zo niet eerst volledig uit te vallen voor een gedeeltelijke werkhervatting mogelijk wordt.

Om de duurzaamheid van de sociale zekerheid te waarborgen, brengen we meer evenwicht in inkomsten die aanleiding geven tot het betalen van bijdragen maar geen sociale rechten openen, en inkomsten die wel leiden tot sociale rechten maar waar geen of onvoldoende bijdragen tegenover staan.

CD&V moedigt het ondernemerschap aan. Het verstrekken van toegang tot financiering, opleidingen en netwerkmogelijkheden zal het zelfstandig ondernemerschap bevorderen en ondernemers helpen hun bedrijf te laten groeien.

Om te voorkomen dat zelfstandigen uitvallen en langdurig ziek worden, zetten we in op een sterker preventiebeleid. Zo moeten zelfstandigen toegang krijgen tot de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. Hiervoor voorzien we ook de nodige financiële middelen, bijvoorbeeld via uitbreiding van de werkbaarheidscheques.

Zelfstandigen hebben vaak minder bescherming op het gebied van arbeidsrechten, zoals het recht op verlof, arbeidsomstandigheden en collectieve onderhandelingen. CD&V zet in op het verbeteren van de rechten en bescherming van zelfstandigen op die gebieden, zodat hun werkomstandigheden verbeterd worden.

We gaan ook arbeidsmigratie toelaten en we gaan specifiek inzetten op mensen met migratie-achtergrond in onze samenleving waar vandaag de arbeidsparticipatiegraad te laag is. Vooral de participatie van vrouwen uit die groep kan nog fors verhoogd worden en op dat vlak biedt de zorgsector kansen.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
Verbinding is voor ons cruciaal. We hebben daar met onze partij ook een lange traditie in. Het is één van onze belangrijkste pijlers. Wij zijn de initiatiefnemers van de 132 Zorgzame Buurten in Vlaanderen. Buurten waar de zorgzaamheid van mensen voor elkaar verhoogde, niet alleen in de professionele zorg, maar vooral ook in het kleine informele helpen. Buurten waar nabijheid en ontmoeting centraal staan en een warm lokaal netwerk werd geweven tussen en rond de buurtbewoners. Dat alles over de grenzen van sectoren en met een focus op nabije, geïntegreerde zorg. Dat is onbetaalbaar in deze tijden.

En we hebben beslist het initiatief te verlengen. Ik heb er zelf een paar bezocht en gezien hoe we met dit initiatief het sociaal weefsel en de solidariteit versterken. In Dadizele bijvoorbeeld heb ik WHO-topman Hans Kluge meegenomen die sterk onder de indruk was. 140 vrijwilligers verbonden aan een instelling van mensen met een beperking zetten zich onder andere in voor het busvervoer, de bouw van nieuwe projecten, werken samen met de mensen met een beperking in de verschillende ateliers of baten mee de winkel uit. En brengen de mensen in de gemeente samen.

Lokale besturen maar ook het verenigingsleven zoals OKRA en Samana bieden op dit vlak heel wat mogelijkheden door activiteiten te organiseren of mensen gewoon eens een bezoekje te brengen. Het lokaal bestuur kan daar via een aanbod aan busvervoer op inspelen.

Het eenzaamheidsplan, mantelzorgplan en ouderenbeleidsplan bevatten diverse acties die inspelen op het maken van verbinding tussen mensen. Niet enkel tussen ouderen, maar ook over generaties heen is die verbinding belangrijk. 

Er zijn vele manieren om die verbinding te stimuleren. We investeren projectmiddelen in de gezinszorg om beeldzorgbellen uit te bouwen, maar ook om te werken rond collectieve gezinszorg. Beide projecten zorgen voor verbinding en niet enkel met de zorgverleners. Bij beeldbellen merk ik dat de mensen daardoor ook meer contact zoeken met hun familieleden. Bij collectieve gezinszorg geeft 1 verzorgende zorg aan meer dan 1 persoon tegelijkertijd en zorgt zo ook voor het samenbrengen van personen met een zorgnood.

 

Louis Ide, algemeen secretaris en gezondheidsspecialist van N-VA, arts in het AZ Jan Palfijn in Gent en auteur van onder meer het fictieboek De pil van Drion over onze gezondheidszorg

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
De huidige begroting is rampzalig en er zullen ingrepen moeten gebeuren om te zorgen dat onze overheidsfinanciën niet ontsporen. Daar bovenop komt de vergrijzing, wat de inspanning des te moeilijker maakt. Het Vivaldi-beleid heeft ons met een immense kater opgezadeld door in plaats van zelf de tering naar de nering te zetten alles door te schuiven naar de volgende regering. Bij ongewijzigd beleid stevenen we af op een begrotingstekort van 45 miljard euro in 2029. We gingen zonet door het dak van het half biljoen (500 miljard euro) schulden.

We zullen aan de ene kant meer moeten inzetten op besparingen. Waar kan moeten we gaan voor efficiëntiewinsten zodat we met hetzelfde budget meer kunnen doen. Daarnaast moet er bespaard worden op bijvoorbeeld de werkloosheidsuitkeringen. Aan de andere kant moeten we vooral inzetten op het aan het werk krijgen van zoveel mogelijk mensen. Dat zorgt voor meer opbrengsten via sociale zekerheid en belastingen en een daling van de uitgaven doordat het niet naar werkloosheidsuitkeringen of ziekte-uitkeringen moet gaan. Werk is ook en moet nog veel meer het recept tegen armoede zijn. Zeker aan Waalse kant is er nog enorm veel winst te maken. Als zij net zoals Vlaanderen rond de 80% werkzaamheidsgraad uitkomen, zouden we al een pak meer budget vrij hebben om te investeren in de noodzakelijke sectoren.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
We moeten vooral bewuster omgaan met de overheidsbudgetten. Studies tonen aan dat in de gezondheidszorg makkelijk 10 procent van de middelen inefficiënt besteed worden (Lieven Annemans, John Crombez). Het gaat daarbij om een bedrag van om en bij de 4 miljard euro. Als we deze middelen effectief kunnen inzetten om zorg te vergoeden, kunnen we met hetzelfde budget meer en betere zorg inkopen.

We denken daarbij aan het aanpakken van overconsumptie, snellere preventieve ingrepen om later duurdere behandelingen overbodig te maken, ziekenfondsen sensibiliseren, middenkaders van ziekenhuizen afslanken. Het doel is om middelen die nu gespendeerd worden aan onzinzorg en -structuren om te leiden naar effectieve en wetenschappelijk onderbouwde gezondheidszorg.

Daarnaast willen we als N-VA ook zeker blijven investeren in de gezondheidszorg. De Groeinorm zal blijven bestaan, maar zal meer de economische realiteit volgen. Op die manier zorgen we voor investeringen in het zorgsysteem zonder het risico op een ontsporend budget.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
De grootste bekommernis in de zorgsector is de administratieve overlast. Zorgverleners zijn steeds meer bezig met administratie. Daar moeten we in eerste instantie iets aan doen. We beginnen dan ook opnieuw met een wit blad en bekijken welke attesten en administratieve taken echt noodzakelijk zijn. Die komen in een basislijst. Vervolgens zorgen we voor een eengemaakt attest dat voor alle instanties wordt gebruikt. Op die manier kan de zorgverlener zich opnieuw focussen op zijn kerntaak, namelijk het zorgen voor de patiënt.

Voor tandartsen en (huis)artsen willen we we in Vlaanderen werken met aangepaste artsenquota die bepaald worden op basis van een gedetailleerd en dynamisch medisch kadaster. Dat houdt voor elke regio duidelijk bij hoeveel (tand)artsen er in welk regime werken. Hiervoor kan er gekeken worden naar de artsenkringen om die data aan te leveren. We bekijken samen met de (tand)artsen welke stimuli een optimale geografische spreiding kunnen bewerkstelligen. 

Het moet eenvoudig zijn om ondersteunend personeel aan te werven op een flexibele manier, zodat artsen maximaal bereikbaar zijn voor patiënten en om de wachtlijsten te verkorten. Mondhygiënisten worden opgenomen in het terugbetalingssysteem zodat zij kunnen helpen bij de preventieve tandzorg en ingrijpende tandheelkundige behandeling te voorkomen.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
Werken moet meer lonen. Uit analyses van mijn partij blijkt dat iemand die van een leefloon overstapt op werk, daar maar 28 euro netto van overhoudt. Of iemand die een opslag krijgt van 1.000 euro bruto per maand, houdt daar gemiddeld 111 euro van over. Het aloude riedeltje dat het de zotten zijn die werken is helaas waarheid.

Voor mijn partij is het simpel: het verschil tussen werken en niet-werken moet minstens 500 euro bedragen. Enkel zo kunnen we voldoende burgers aanzetten om te gaan werken. We denken daarbij aan een verlaging van de lasten op arbeid, zodat er meer netto overblijft voor hetzelfde brutobedrag. Maar ook een plafond op sociale voordelen is daarbij een piste. 

Tot slot moeten we alle drempels voor werkenden weghalen. Denk bijvoorbeeld aan de kinderopvang. We zorgen nu dat werkenden voorrang krijgen zodat zij hun job eenvoudiger kunnen combineren met hun gezin. Ook financieel moeten zij gesteund worden en daarom willen wij de kosten voor kinderopvang 100 procent fiscaal aftrekbaar maken.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
Voor onze partij is het belangrijk dat we de ouderen blijven betrekken bij het sociaal weefsel. Want oud betekent niet out. We moeten inzetten op een buurtgerichte benadering van de zorg. Woonzorgvoorzieningen zijn ingebed in het sociaal en economisch weefsel. Bereikbaarheid en de mogelijkheid tot spontane sociale contacten en participatie zijn noodzakelijk als we onze ouderen het respect willen geven dat ze verdienen.

Daarnaast willen we zorgen voor lokale buurtzorginitiatieven die mantelzorg en professionele zorg kunnen verweven met elkaar, met digitale hulp waar mogelijk. In elke buurt zetten we ook in op buurtambassadeurs als onderdeel van een informeel netwerk. Ze zijn een aanspreekpunt voor verschillende diensten en hebben een belangrijke preventierol. Lokale dienstencentra vullen een rol in als ontmoetingsplaats voor alle actoren. Op die manier kunnen we ouderen maximaal betrekken bij het sociaal weefsel ongeacht of ze nog thuis wonen of in een residentiële setting terecht zijn gekomen.

Maggie De Block, voorzitter Open VLD-Kamerfractie en gewezen huisarts

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?

Vooreerst moeten we werken aan een gezonde, betrouwbare begroting in lijn met de Europese 3 procent-doelstelling. Dit is belangrijk om de betaalbaarheid van onze welvaartstaat te garanderen, ons te wapenen tegen toekomstige crisissen en om de ruimte te creëren om te kunnen investeren in de groene transitie. Dit betekent tegen 2029 een inspanning van al onze overheden met zowat 24,7 miljard euro.

  • Met ons becijferd groeiplan zetten we in op verschillende werven:
    • meer mensen aan de slag, 230.000 extra jobs
    • meer investeren in de expertise en kennis van onze mensen en infrastructuur,
    • naar een efficiëntere gezondheidszorg die meer inzet op voorkomen van ziektes en
    • naar een kleinere en regelluwe staat die zuurstof geeft aan onze ondernemers.
  • Meer jobs betekent meer mensen uit de inactiviteit. Dit doen we door het verschil tussen werken en niet werken te vergroten. Voor de werknemers zorgen we voor een Vlaams-Federale lastenverlaging gefocust op de lage en middenklasse. We zetten wat druk op de ketel door de werkloosheid te beperken in de tijd, en in te zetten op de begeleiding naar werk via transitietrajecten voor werknemers en werklozen. We vragen ook meer verantwoordelijkheidszin bij de OCMW’s en ziekenfondsen om werklozen en werkbekwame inactieven te begeleiden naar werk.
  • We verlagen het overheidsbeslag door een besparing van 5 procent op de werking van de overheid. We besparen op lonen, werking en subsidies, met uitsluiting van veiligheid en onderwijs.
  • We schaffen overbodige structuren, zoals de provincies en de Senaat af. Beide instellingen zijn een extra kost, terwijl er voor deze structuren geen toekomst is in een efficiënt land.
  • Privatisering. De overheid trekt zich terug uit de bank- en verzekeringssector, uit telecom en post.
  • We verminderen het aantal ambtenaren via een ambtenarennorm en beperken de statutaire benoeming tot gezagsfuncties. We vergelijken het aantal ambtenaren met die in de buurlanden. We proberen vacatures altijd eerst intern in te vullen door interne mobiliteit bij onze overheidsdiensten veel eenvoudiger te maken en laten mensen makkelijker overstappen van de private naar de publieke sector en vice versa.
  • Digitalisering voor een snelle en klantvriendelijke overheid. We zetten onder andere in op artificiële intelligentie, bijvoorbeeld bij vergunningen, om onze overheid efficiënter te laten werken.
  • Voorkomen is beter dan genezen in onze gezondheidszorg. We verhogen de efficiëntie, verminderen de overconsumptie en zetten volop in op preventie in onze gezondheidszorg. We lossen het huisartsen tekort op door de instroom en de aantrekkelijkheid van het beroep te verhogen.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?

Als Open VLD willen we de kwaliteit van onze gezondheidszorg hoog houden en ons gezondheidszorgsysteem betaalbaar voor patiënt en overheid houden.

De vraag is dan hoe we dat gaan doen? Meer betalen voor hetzelfde is voor ons geen oplossing. We zijn van mening dat we gelet op drie voorgaande vaststellingen, de bestaande mechanismen en bestedingen van middelen in vraag moeten durven stellen om ons gezondheidssysteem beter en robuuster te maken.

En dus stellen we ook de huidige groeinorm in vraag. Wij gaan uit van een groeinorm van 1,5% en uiteraard indexeren we de middelen voor gezondheidszorg.

Om alle uitdagingen aan te gaan moeten we als beleidsmakers slimme keuzes durven maken. De voorstellen die we formuleren hebben als doel kwalitatieve en innovatie gezondheidszorg aan onze patiënten te blijven aanbieden en inefficiënte zorg te vermijden. Door mensen gezond te houden, vroeg aandoeningen te detecteren en behandelingen op te starten verlagen we de druk op ons gezondheidszorgsysteem, op onze ziekenhuizen en onze gezondheidszorgbeoefenaars.

Daarom investeren we in :

  • preventie om mensen zo gezond mogelijk te houden zodat ze minder naar het ziekenhuis moeten of pas later afhankelijk worden en ondersteuning nodig hebben van gezinshulp of woonzorgcentra;
  • vroegdetectie om de behandeling van mensen in een vroeg stadium te kunnen opstarten;
  • een stevige pay for performance in de ziekenhuisfinanciering waardoor vermijdbare ziekenhuisinfecties en heropnames worden afgestraft, terwijl goede medische zorg wordt beloond;
  • daghospitalisatie en ambulante zorg waar wetenschappelijk verantwoord als uitgangspunt.
  • decision support systems op basis van wetenschappelijk onderbouwde klinische richtlijnen om zorgverstrekkers ondersteuning te geven bij het voorschrijven van onderzoeken en behandelingen. Doel is om overconsumptie en inefficiënt gebruik te voorkomen (in de klinische biologie, medische beeldvorming, antibiotica, antidepressiva, enz.);
  • medische technologie, digitalisering, AI als ondersteuning van zorgverstrekkers om te komen tot snellere en betere diagnoses, beperking van de administratieve last en verschuiving van zorgtaken.

Kwaliteitsvolle en continue zorg is voor Open VLD erg belangrijk op voorwaarde dat het zorgsysteem, dat voortdurend geoptimaliseerd moet worden in een samenleving die snel verandert, niet gebruikt wordt om de keuzevrijheid en de zelfbeschikking van de patiënt af te blokken, uit te hollen of zelfs te negeren. Bij beslissingen bij het levenseinde – of het nu gaat over palliatieve zorg, euthanasie, continue diepe sedatie, opstellen van wilsverklaringen, voorafgaande zorgplanning, zorgvolmacht, moet de patiënt centraal staan, ook als de wilsbekwaamheid vermindert of er wilsonbekwaamheid is. Wij moeten ons ervan bewust zijn dat de groep van ouderen die eraan komt uit een tijdgeest komt met autonomie, zelfontplooiing en keuzevrijheid, deze ‘ouderen’ zullen zich niet laten betuttelen, ze zullen de autonomie over ‘hun’ zorg en ‘hun’ levenseinde in eigen handen willen houden.

Het zal dan ook niet verbazen dat wij staan voor een uitbreiding van de euthanasiewet zodat er vooraf in een wilsverklaring bepaald kan worden in welke toestand van wilsonbekwaamheid een euthanasie uitgevoerd kan worden. De vraag naar zo’n uitbreiding van de wet is groot bij de bevolking. Zo een uitbreiding kan perfect samengaan met de optimalisering van de zorg voor patiënten die wilsonbekwaam zijn geworden. Wij denken dan in het bijzonder aan patiënten met dementie. De visie zoals door Teun Toebes getoond in de documentaire ‘Forever human’ doet niets af aan het gegeven dat er patiënten zijn die de weg tot het allerlaatste moment niet willen gaan, het is bijgevolg een en-en-verhaal. ‘Ik’ bepaal hoe lang ik kwaliteitsvol wil verder leven, ‘ik’ bepaal wanneer het mag stoppen hoe goed de zorg ook is. Bij het levenseinde moet de nadruk op het ‘leven’ liggen, de kwaliteit van dat ‘leven’.

Wij mogen echter ook niet blind zijn voor de realiteit dat er mensen hun leven als voltooid ervaren. We mogen dit debat echter niet vermengen met euthanasie vanwege psychisch lijden ten gevolge van een ongeneeslijke aandoening (polypathologie). Bij voltooide levens gaat over een vorm van ‘balanssuïcide’, niet over een euthanasievraag n.a.v. een ongeneeslijke ziekte of aandoening. Om de woorden van ouderenpsycholoog Luc Van de Ven (UZ Leuven), te citeren: “Ik pleit ervoor om ze ernstig te nemen. Ouderenpsychologen kunnen helpen uitzoeken of het om een depressie gaat, of om een weloverwogen vraag. Mensen die de balans van hun leven opmaken en vaststellen dat ze zich al maandenlang voortslepen, kunnen nu alleen voor zelfdoding kiezen. Dat fenomeen piekt bij mannen boven 75 jaar. Anders dan vroeger, toen de pastoor en de doktoor over ons leven oordeelden, willen we dat nu zelf doen. Het valt voor dat we zulke ouderen opnieuw zin kunnen doen krijgen in het leven, maar soms ook niet. Dan is het onze plicht als samenleving en als professionals om hierop een antwoord te bieden.” (De Standaard van 9 april 2024) Open VLD vindt dan ook dat deze mensen een waardig levenseinde verdienen. Wij gaan het debat aan en willen onderzoeken of een wettelijke regeling mogelijk is.

De vraag wordt ook gesteld naar de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de sociale zekerheid in haar geheel. Wij stellen ingrepen voor zowel op vlak van de uitgaven als van de inkomsten / financiering van de sociale zekerheid.

Voor wat de uitgaven betreft, willen wij zowel in de bijstand (de leeflonen en equivalent leeflonen die de OCMW’s uitbetalen), in de werkloosheid (de VDAB) als in de langdurige arbeidsongeschiktheid (de ziekenfondsen en het RIZIV) dat nog meer inspanningen worden gedaan om mensen op beroepsactieve leeftijd te activeren voor de arbeidsmarkt.

  • de werkloosheid moet beperkt worden in de tijd (tot twee jaar maximum) maar daar staat een groter engagement tegenover van de VDAB en partners om mensen effectief naar werk te leiden. Ook willen we meer inspanningen om werkzoekenden naar jobs te leiden over de taalgrens.
  • bij langdurig arbeidsongeschikte mensen wordt tot op vandaag te veel uitgegaan van wat ze niét meer kunnen en niet naar wat ze wel kunnen betekenen. Het overgrote deel van deze mensen (het gaat inmiddels om meer dan een half miljoen landgenoten) wil niets liever dan zich nuttig maken. Alleen gaat dat niet meer in de vroegere functie, bij de vroeger werkgever of in de vroegere sector. Wij willen dat bij uitval wegens ziekte sneller gekeken wordt met de arbeidsarts of de externe preventiedienst (die de situatie op de werkvloer goed kent) of een terugkeer mogelijk is. Als dat niet het geval is moeten andere mogelijkheden op de arbeidsmarkt in een vroeger stadium aangeboden worden aan de arbeidsongeschikte in kwestie. We willen ziekenfondsen meer responsabiliseren om die mensen inderdaad beter op weg te zetten naar een nieuwe job, in samenwerking met onder andere de VDAB.
  • Ook bij OCMW-cliënten pleiten we voor meer inspanningen om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en mensen naar jobs toe te leiden. Een OCMW dat hier goed in scoort moet daar voor beloond worden.

Voor wat de inkomsten en de financiering van de sociale zekerheid betreft zijn wij liberalen uiteraard voorstander van een goed draaiende economie zodat de werkzaamheidsgraad hoog blijft en zelfs stijgt richting de 80 procent. Werkgevers en werknemers zouden makkelijker afspraken moeten kunnen maken rond het flexibel organiseren van de arbeid (denk aan het invoeren van nachtarbeid voor zij die dat willen, of een soepeler regeling van de arbeidstijd). We willen flexi-jobs – voor mensen die minstens 4/5 werken in een ‘vaste’ job en dus al bijdragen aan de sociale zekerheid, voor gepensioneerden én voor zelfstandigen – toelaten in alle sectoren. We willen meer vrijheid voor jobstudenten en we willen meer fiscaalvriendelijke overuren. Allemaal maatregelen die ondernemingen zullen toelaten te bloeien en op die manier meer inkomsten voor de sociale zekerheid op te brengen.

We willen ten slotte de financiering van de sociale zekerheid aanpassen naar een “cappuccinomodel”. Enkel de verzekering die een band heeft met het werk wordt betaald op het loon van mensen (werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, pensioen en opleidingsrechten). De ziekteverzekering, bijstand en andere niet-arbeidsgebonden risico’s worden gefinancierd vanuit de algemene middelen.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?

Er is niet één maatregel die het probleem oplost, maar een geheel van maatregelen die gaan over meer personeel, verschuiving van taken, gelijke behandeling, meer tijd om echt contact te hebben met patiënten en cliënten:

  • verder inzetten op het aantrekken van studenten verpleegkunde en zorgkunde en het aantrekken van zij-instromers;
  • de juiste persoon inzetten voor de juiste taak door die verpleegkundige handelingen te schrappen uit de lijst van voorbehouden verpleegkundige handelingen die ook door leken kunnen worden gesteld. We zorgen voor een taakverschuiving tussen artsen en verpleegkundigen, tussen verpleegkundige en zorgkundigen. We introduceren medische technologie die zorg op afstand, groepssessies e.d. mogelijk kan maken en te vergoeden en we ontzorgen verpleegkundigen/zorgkundigen van alle niet-verpleegkundige taken door de inzet van logistiek personeel.
  • We brengen de redenen in kaart waarom zorgkundigen en verpleegkundigen die niet in de zorgsector werken dat niet doen of waarom ze de zorgsector hebben verlaten. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zetten we initiatieven op om deze mensen met een diploma in de zorg terug te leiden naar de zorg- en welzijnssector. We activeren daarvoor de middelen van het Zorgpersoneelsfonds die daarvoor waren voorzien en nog niet zijn besteed.
  • We maken een impactanalyse van de beperking van het aantal taken dat basisverpleegkundigen mogen doen voor de federale en Vlaamse gezondheids- en welzijnssectoren;
  • We stappen af van het werken met lijstjes met voorbehouden handelingen die de algemeen verpleegkundigen en basisverpleegkundigen mogen stellen. We opteren voor een beperkte negatieve lijst van handelingen met aanduiding van welke zorgverstrekker welke handelingen niet mag stellen of  welke handeling in het kader van de gestructureerde equipe niet kan worden gedelegeerd. We gaan uit van het principe “bekwaam is bevoegd”. Verpleegkundigen moeten bijkomende vaardigheden kunnen verwerven waardoor zij bekwaam worden om een bepaalde handeling uit te voeren. Hun bekwaamheid zal blijken uit hun portfolio waarin zorgverstrekkers hun opleidingen en bekwaamheden opnemen.
  • We onderzoeken of we de autonomie van bepaalde eerstelijnszorgverleners niet kunnen vergroten (vb. basisdiagnostiek en behandelplannen bij kinesitherapeuten, werken in groepssessies, enz.).
  • We zoeken naar een nieuw evenwicht in de nomenclatuur tussen de verschillende disciplines zodat een meer rechtvaardige verloning van artsen-specialisten ontstaat.
  • We evalueren de werking van de gestructureerde zorgequipe onder leiding van een algemeen verpleegkundige en sturen bij waar nodig.
  • We flexibiliseren de huidige personeelsnormen in de ouderenzorg op basis van wetenschappelijke evidentie zodat andere profielen kunnen worden ingeschakeld zonder in te boeten op de kwaliteit van leven en zorg van de ouderen.
  • We breiden de regeling inzake de bekwame helper uit tot de woonzorgcentra.
  • We geven aan woonzorgcentra meer vrijheden voor het inzetten van personeel op piekmomenten via flexi-jobs, personeel uit de thuisverpleging en jobstudenten.
  • Het aanbod van huisartsen en tandartsen in Vlaanderen wordt op niveau van de zorgregio’s in kaart gebracht zodat we een goed beeld hebben van de tekorten. We schaffen de numerus fixus bij de toegang tot de opleiding geneeskunde af.
  • We maken werk van de erkenning van een aantal beroepstitels om te waken over de kwaliteit van de zorgverleners. We voorzien een kader voor de erkenning van de chiropractor, de klinisch seksuoloog en de ondersteunende geestelijke gezondheidsberoepen. We realiseren de professionele stage voor klinisch psychologen en klinisch orthopedagogen.
  • We werken de pijnpunten in het sociaal statuut van de artsen-specialisten in opleiding verder weg op het vlak van mogelijkheden tot pensioenvorming, de werkloosheidsverzekering en de samenvallende functie van werkgever en stagemeester in hoofde van één persoon. Indien het sociaal statuut van de artsen-specialisten in opleiding wordt besproken moeten zij ook vertegenwoordigd zijn in de nationale commissie artsen-ziekenfondsen.
  • We maken werk van een programmatie van stagediensten en stagemeester voor artsen in opleiding en een kader voor de kwaliteitscontrole en audit ervan.
  • We verlagen de administratieve belasting van zorgverleners zodat ze hun tijd en aandacht kunnen besteden aan de zorg voor mensen. We evalueren de administratieve taken aan de hand van enkele criteria: werk versus beoogd doel, behoort het tot de kerntaak van de overheid, kan het beoogde doel niet eenvoudiger bereikt worden of kan men de gegevens niet elders vinden, kunnen de gegevens via technologie makkelijker worden opgeladen.
  • De regeling voor verplaatsingskosten wordt uniform voor alle zorgverstrekkers.
  • We passen de nomenclatuur aan voor eerstelijnszorgverleners zoals kinesisten en verpleegkundigen aan de nieuwe woonvormen zoals cohousing zodat zij prestaties kunnen aanrekenen alsof deze personen thuis wonen. Zo vermijden we dat de vergoedingen voor hun prestaties worden teruggevorderd en eerstelijnszorgverstrekkers ontmoedigd het beroep verlaten.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?

We willen dat doen door een antwoord te bieden op vier belangrijke uitdagingen:

  1. De arbeidskost betaalbaar houden zodat bestaande jobs niet verloren gaan en werkgevers niet tegengehouden worden om nieuwe jobs te creëren.
  2. Werken moet lonen.
  3. Alle helpende handen mobiliseren, in Vlaanderen, in de rest van België en indien nodig ook daarbuiten.
  4. Aandacht voor de combinatie werk-privé door werk op maat.

We hebben helaas nog hogere loonkosten dan in de ons omringende landen. Dat is slecht nieuws voor nieuwe jobcreatie, maar werpt mogelijks ook een schaduw over het voortbestaan van een aantal jobs. Daarom willen we de automatische loonindexering behouden, maar dan voor een aanpassing van de nettolonen, zodat de werknemer hier niets van voelt en erop kan rekenen dat diens loon verder aangepast wordt aan de levensduurte.

In Vlaanderen werken meer dan 20% van de mensen tussen 20 en 64 jaar niet! Hen moeten we stimuleren om een vol- of deeltijdse job te aanvaarden. Dat vereist bijvoorbeeld een nieuwe kijk op de manier waarop we omgaan met ons meer dan een kwart miljoen Vlaamse en meer dan half miljoen Belgische langdurig zieken. Van bij aanvang moet bepaald worden tot wat zieken nog wél in staat zijn. In functie daarvan kan dan gewerkt worden aan een re-intregratie en/of progressieve werkhervatting. Wie niet meer in staat is om te werken, wordt met rust gelaten. Het gaat niet om een heksenjacht op langdurig zieken, wel om wie dat nog kan de mogelijkheid te geven actief te blijven én een beter inkomen te verwerven.

De belangrijkste opdracht is om werken beter te laten lonen. Naast het behoud van de netto-loonindexering, willen we naar een systeem waarbij (voltijds) werken maandelijks netto minstens 500 euro extra opbrengt ten aanzien van niet-werken. Op die manier houden we de huidige werkenden ook langer aan het werk. Onze officiële werklozen bieden we een intensieve begeleiding en competentieversterking naar een job door een mix op maat van opleiding, werkervaring (o.a. door gemeenschapsdienst) en loopbaanbegeleiding.

Met de uitbreiding van de flexi-jobs naar alle sectoren willen we werkgevers helpen om de gaten in het werkrooster te helpen opvullen én geven we werknemers die minstens een 4/5 job hebben én gepensioneerden de mogelijkheid om op een eenvoudige én belastingvriendelijke manier tot 12.000 euro op jaarbasis bij te verdienen. Ook studenten willen we de gelegenheid bieden om onbeperkt bij te verdienen, als jobstudent of als zelfstandige.

Waar we met onze eigen mensen er niet in slagen om de gaten in de arbeidsmarkt op te vullen, doen we ook een beroep op Waalse en Brusselse werklozen, en in derde instantie doen we een beroep op gecontroleerde economische migratie.

Last but not least willen we werk maken van een evaluatie en modernisering van de welzijnswet op federaal vlak en een breder beleid rond werkbaar werk op Vlaams niveau om mensen toe te laten zoveel mogelijk aan de slag te blijven op hun maat en in functie van hun uitdagingen op het vlak van de combinatie werk en privé zorgtaken. We benadrukken hierbij dat dit geldt voor alle werknemers los van de samenstelling van hun huishouden, dus niet alleen werknemers met kinderen maar ook alleenstaanden.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
1. Op eenzaamheid rust een taboe, dus is het belangrijk om al te starten met initiatieven om dat taboe te doorbreken.

2. Als Open VLD pleiten wij voor regelluwte voor kleinschalige vormen van wonen voor ouderen, cohousing, kleinschalige private woonvormen naar het voorbeeld van de ouderinitiatieven en Thomashuizen, Villa Vips in de sector voor personen met een handicap. Het laat toe dat de ouderen een privégedeelte hebben, maar toch ook samen dingen doen. Op die manier houden ze de regie van het leven in eigen handen, steunen ze elkaar. In Abbeyfieldhuizen woont men samen vanaf 55 jaar waardoor men een mooie mix heeft van leeftijden en eigenlijk intergenerationeel samenwoont. Dit concept veronderstelt wel de invoering van een persoonsvolgende financiering in de ouderenzorg waardoor mensen die al wat zorgbehoevend zijn zorg kunnen inkopen. We vragen voor gezinshulp ook dat het mogelijk wordt voor de groep van senioren. We vragen ook een regelluw kader.

3. Lokale besturen

We willen intergenerationele samenwerkingen stimuleren, zoals een klas van de lagere school die plaats vindt in een woonzorgcentrum, een schoolfeest dat plaats vindt in een woonzorgcentrum, activiteiten van verenigingen die plaats vinden in een woonzorgcentrum, plaatselijke verenigingen die ouderen mobiliseren om lid te worden. Op die manier wordt het woonzorgcentrum een deel van het maatschappelijk leven van een wijk, een gemeente.

Er ook een rol voor de lokale overheden ter stimulering van het vrijwilligerswerk of de ontwikkeling van buddy-werking waarbij vraag en aanbod bij elkaar kan brengen. Vrijwilligers kunnen andere ouderen zijn (heel veel ouderen zijn nog heel vitaal en willen een maatschappelijke betekenisvolle activiteit vervullen),maar het kunnen ook jongeren zijn (vb. buren). Ouderen kunnen trouwens ook een meerwaarde betekenen voor jonge gezinnen, vb. kinderen helpen bij het huiswerk.

Heel veel lokale besturen ontwikkelen nu al acties voor eenzamen (eenzaamheid is trouwens niet leeftijdsgebonden). De meeste lokale besturen (98,3%) hebben een eenzaamheidsbeleid of eenzaamheidsprojecten gericht op ouderen. Er wordt samengewerkt met lokale dienstencentra, thuiszorgdienst, het verenigingsleven, mensen worden telefonisch gecontacteerd. Het is ook belangrijk dat men aandacht heeft voor het geestelijk welzijn van wie eenzaam is. Indien een geestelijk gezondheidsprobleem aan de basis ligt is het belangrijk dat er wordt doorverwezen naar een eerstelijnspsycholoog, een CAW, een CGG, de huisarts. Doorverwijzen betekent voor ons ook dat lokale besturen via het geïntegreerd breed onthaal ook effectief de afspraak maken om zo de stap naar de hulpverlening te verkleinen?

Het Vlaams eenzaamheidsplan voorziet ook in het delen van good practices, met andere woorden ervoor zorgen dat lokale besturen van elkaar kunnen leren welke initiatief effectief zijn en welke niet, hoe men de verschillende leeftijdsgroepen bereikt.

4. We willen deze dimensie explicieter meenemen binnen het dorpenbeleid, dat op zijn beurt deel uitmaakt van het Plattelandsbeleid, waarbij vanuit Europa middelen worden ter beschikking gesteld om dergelijke projecten deels te financieren via LEADER of projecten als Buurten op de Buiten. De nadruk moet hierbij uitdrukkelijker liggen op het versterken van de sociale cohesie.

We mogen vooral niet de fout maken om deze mensen uitsluitend te beschouwen als hulpbehoevenden die moeten gepamperd worden. Een belangrijk deel van deze mensen is nog gezond en bekwaam om zelf iets te doen. Daarom moeten we hen, naast het bieden van de nodige zorgen, ook aanmoedigen om zelf actie te ondernemen. Dankzij de flexi-jobs bieden we mensen, die nog gezond zijn, een mooi instrument om zich maatschappelijk nog nuttig te maken en sociale contacten op hun maat te onderhouden. Er zijn inmiddels voldoende voorbeelden van ouderen die heropleven dankzij deze nieuwe uitdaging, die hen bovendien een extra centje oplevert boven op hun pensioen, zodat ze zich financieel ook meer kunnen veroorloven. Die extra financiële draagkracht werkt voor velen drempelverlagend.

5. Ander aandachtspunt: in Vlaanderen zijn er inmiddels bijna één miljoen alleenstaanden. Een belangrijk deel van hen zijn verweduwde ouderen wier kinderen inmiddels het huis uit zijn. Eenzaamheid loert dan inderdaad gauw om de hoek. Helaas worden velen ontmoedigd om deel te nemen aan activiteiten omdat er te weinig rekening wordt gehouden met hun specifieke (financiële) situatie. Reizen en andere sociale activiteiten worden vaak eenzijdig afgestemd op koppels en waar er toch aparte voorzieningen worden getroffen vallen die duurder uit voor singles. Aan die schaalnadelen moet worden verholpen. Daar kunnen ook organisaties als OKRA een belangrijke bijdrage toe leveren.

De veranderende samenleving moet ook tot uiting komen in onze wet patiëntenrechten. Iedereen van ons zal ooit een beroep moeten doen op een ‘ander’ om beslissingen (zorg, financieel…) over te nemen. Er wordt dan ook terecht veel aandacht gegeven aan voorafgaande zorgplanning (wilsverklaringen, zorgvolmacht). Indien we zelf geen vertegenwoordiger aanduiden, voorziet de patiëntenrechtenwet in een juridische cascade. Deze cascade houdt geen rekening met de veranderde samenleving. Indien we nog familie hebben dan woont die vaak ver weg of verwaterden de banden. Velen bouwen dan ook affectieve banden op met vrienden of buren. Deze affectieve relaties moeten opgenomen in de cascade zodat ze juridisch de mogelijkheid krijgen beslissingen te nemen. Zelfs als er nog familie is waarmee de banden verwaterden moet de huisarts of behandelende arts de mogelijkheid krijgen de beslissingsbevoegdheid aan de ‘affectieve’ relatie te geven.

 

Lise Vandecasteele (PVDA), Vlaams parlementslid, huisarts bij Geneeskunde voor het Volk Hoboken en auteur van Wassen, plassen, slapen, klaar. De crisis in de zorg en hoe eruit te raken

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
Woorden zeggen veel, maar voor ons is de vergrijzing een succesverhaal. Ouderen worden opzijgezet als een kost en een last wanneer je spreekt over ‘vergrijzingskosten’ en ‘pensioenlasten’. Wij zijn het daar niet mee eens. Dankzij de sociale vooruitgang en dankzij de ontwikkeling van de (preventieve) geneeskunde zijn er meer mensen die oud worden. Wat vroeger alleen weggelegd was voor de rijke burgerij, is vandaag voor meer mensen mogelijk. Dat is een deugd, want zo kunnen velen de vreugde van opgroeiende klein- en soms achterkleinkinderen meemaken. De discussie over de uitgaven aan pensioenen, zorg en aangepaste huisvestiging is geen louter budgettaire discussie. Het gaat over hoe de overheid mensenrechten kan garanderen, zoals het recht op zorg, het recht op participatie en het recht op een menswaardig leven.

Een goed pensioen is noodzakelijk om dat recht voor ouderen te garanderen. Maar ook goede en betaalbare zorg en aangepast wonen zijn daarvoor noodzakelijk. Dat kost geld, maar het levert onze samenleving ook heel wat op. 

We leven in een van de rijkste regio’s ter wereld, we mogen niet aanvaarden dat we deze mensenrechten niet kunnen garanderen aan zij die de welvaart van vandaag hebben opgebouwd. We stellen vast dat heel wat van onze welvaart onrechtvaardig verdeeld wordt. Wij willen dat veranderen en gaan volop voor een eerlijke fiscaliteit. Dat doen we in de eerste plaats door een miljonairstaks in te voeren, door de fiscale achterpoortjes voor grote bedrijven te sluiten en door jacht te maken op grote belastingontduikers.

Lees meer in ons uitgebreid programma: www.pvda.be/programma/ouderen.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
Al meer dan 50 jaar weten we dat de baby-boomergeneratie ouder wordt. Dat is niet iets dat onze samenleving plots overvalt, maar al die tijd heeft de politiek haar hoofd in het zand gestoken. In plaats van te investeren wordt de ouderenzorg systematisch ondergefinancierd en wordt de sociale zekerheid uitgehold. Woonzorgcentra zijn zodanig duur geworden dat je er zelfs met je volledige pensioen niet komt. Tegen 2030 wordt verwacht dat er zo’n 10.000 zorgbehoevende ouderen bijkomen. Het wordt tijd dat er eindelijk een duidelijk plan komt, met de nodige budgetten, hoe we de zorg in de toekomst voor iedereen kunnen garanderen. Een kwaliteitsvolle zorg die ook betaalbaar en toegankelijk is. Tegelijk moeten de pensioenen ook versterkt worden. 

Zowel de ouderenzorg als de pensioenen worden gefinancierd via de sociale zekerheid. Ons land heeft een van de laagste pensioenen van West-Europa. Landen als Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk en Portugal investeren 25 tot 50 procent meer in de pensioenen van hun inwoners. Wij willen de sokkel van de sociale zekerheid verbreden door ze aan een langetermijnvisie te koppelen die de rijkdom anders verdeeld op basis van vier hoekstenen.

Ten eerste, meer stabiele en goedbetaalde banen met een goed sociaal statuut, in tegenstelling tot precaire pseudo-jobs waar geen sociale bijdragen op betaald worden. Ten tweede onze miljonairstaks die enkel de 1procent rijksten aanspreekt. Daarmee kunnen we tot 8 miljard euro ophalen. Ten derde sluiten we de fiscale achterpoortjes. Tot 9 procent van het Belgische bbp wordt via belastingfraude en -ontwijking misgelopen. Dat is bijna evenveel als vandaag aan pensioenen wordt uitgegeven. Als laatste stellen we vast dat de tax-shift van de regering-Michel een groot gat in de sociale zekerheid heeft geslagen. Het kostte in 2022 al 8 miljard euro per jaar. Wij stoppen de stelselmatige verlaging van de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid.

Lees meer in ons uitgebreid programma:  www.pvda.be/programma/sociale-zekerheid.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
Vandaag voelen veel zorgverleners zich als citroenen uitgeperst omdat ze niet voldoende collega’s hebben. Het personeelstekort zorgt ervoor dat er te veel werk is voor te weinig krachten. We moeten de negatieve spiraal doorbreken van een zorgsector die in constante crisis lijkt te zijn. We willen de personeelstekorten in de zorg aanpakken door het personeel de kans te geven goed te zorgen, in plaats van de zorg als bandwerk te ervaren. Daarom stellen we een aantal maatregelen voor. We willen de personeelsnormen en de lonen optrekken om het beroep aantrekkelijk te maken. Zorg is van ontzettend grote maatschappelijke meerwaarde, maar wordt niet in dezelfde mate gewaardeerd. Bovendien is een sector in constante besparingsmodus niet aantrekkelijk. 

Het is belangrijk dat we de groeinorm voor de gezondheidszorg naar 3,5 procent brengen, zoals aangeraden door het Planbureau, om de nodige investeringen in de zorgsector te waarborgen. Daarnaast breken we de macht van Big Pharma, we maken komaf met het prestatiesysteem dat te veel overbodige onderzoeken en ingrepen in de hand werkt en we stoppen de commercialisering van de ouderenzorg waardoor geld voor zorg wegvloeit naar aandeelhouders en multinationale moedergroepen.

Lees meer in ons uitgebreid programma: www.pvda.be/programma/gezondheid-een-recht. 

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
Wij willen inderdaad dat meer mensen aan de slag gaan. Dat is goed voor de mensen zelf doordat ze een inkomen hebben, sociale rechten opbouwen en zich kunnen ontplooien op hun job. Maar wij gaan wel voor een beleid waar de werkloosheid aangepakt wordt, in plaats van de werklozen. Centraal moet er werk gemaakt worden van werk op mensenmaat. Van een dolgedraaide 24/7-uurseconomie wordt niemand beter, behalve de grote aandeelhouders. We maken werk echt werkbaar en geven werknemers zekerheid en recht op rust. We creëren een werkomgeving die niet langer ziek maakt. Ons doel is om op termijn van de 30-urenweek het nieuwe voltijds te maken. Zo maken we de combinatie tussen werk en gezin haalbaar. We werken om te leven, we leven niet om te werken. Vandaag zijn er 500.000 langdurig zieken in ons land, dat komt omdat veel mensen zich kapotwerken in jobs. Dus als we mensen terug aan het werk willen, moeten we vooral ook letten op wat voor jobs we doen. 

Er zijn twee mogelijke verklaringen voor het grote aantal vacatures, elk met een eigen mogelijke oplossing. Ten eerste komen de aangeboden jobs niet overeen met de profielen van de werkzoekenden. Vaak gaat het dan over jobs die zeer specifieke kwalificaties vereisen, zoals lassers of monteurs. Om nieuwe mensen aan te trekken voor deze beroepen, voeren we bewustmakingscampagnes op scholen en breiden we de mogelijkheden voor stages uit. We versterken ook het aanbod van opleidingen, zorgen ervoor dat ze toegankelijk zijn en maken ze aantrekkelijker, met name door een vergoeding te voorzien.

Maar veel belangrijker is de kwaliteit van de beschikbare jobs. In bepaalde sectoren, zoals de ziekenhuissector, leiden overbelasting van het werk en een gebrek aan middelen tot een van de hoogste afwezigheidscijfers van het land. Als we kijken naar verloning, zien we dat obers, huishoudhulpen en kappers de drie slechtst betaalde beroepen zijn. Daardoor stelt één op de twee werknemers vaak een medische consultatie of de aankoop van medicijnen uit. We zorgen in de eerste plaats voor een fatsoenlijk loon door het minimumloon te verhogen en de loonblokkeringswet van 1996 te herzien. Daarnaast zorgen we voor duurzame contracten en maken we een einde aan de wildgroei van onzekere jobs. We maken werk ook werkbaar door haalbare werktijden te garanderen, rekening te houden met de zwaarte van het werk en door de rol van de vakbonden te versterken.

Lees meer in ons uitgebreid programma: www.pvda.be/programma/werkbaar-werk-0.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
Eenzaamheid bij ouderen is een groot en belangrijk probleem. Het is geen individueel probleem dat individuele oplossingen vraagt, zoals de familie die vaker op bezoek moet komen. Het is een maatschappelijk probleem dat collectieve oplossingen vraagt, zoals goed werkend en betaalbaar openbaar vervoer. We pakken eenzaamheid bij ouderen aan door verschillende initiatieven en maatregelen. 

We werken aan een netwerk van buurthuizen die inzetten op het uitbouwen van sociale netwerken, op ontmoeting en activiteiten voor ouderen. Deze buurthuizen zijn georganiseerd door en voor ouderen en bieden een rijk programma aan rond bewegen, leren, cultuur en ontspanning. Daarnaast verplichten we gemeenten om 75-plussers thuis minstens tweemaal per jaar te bezoeken, zoals in Denemarken, om eenzaamheid te bestrijden en de verbinding met de gemeenschap te versterken. We willen werk maken van kleinschalige woonzorgcentra die maximaal in verbinding staan met de wijk en de samenleving. 

In mijn boek haal ik verschillende voorbeelden aan van hoe het anders kan. Zoals het Italiaanse bergdorp Tiedoli waar een beleid dat ouderen centraal zet een heel nieuw samenleven van generaties heeft doen groeien. 

Lees meer in ons uitgebreid programma: https://www.pvda.be/programma/ouderen.

Jeremie Vaneeckhout, covoorzitter Groen en Vlaams parlementslid

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
We staan inderdaad voor grote budgettaire uitdagingen. Ons antwoord is niet om te besparen in de pensioenen en de zorg. Sommige partijen willen de sociale rechten afbouwen en de zorg privatiseren. Daarmee verdwijnen de uitgaven natuurlijk niet, maar hak je wel in op de solidariteit en de kwaliteit van onze collectieve noden. Belangrijk is in het achterhoofd te houden dat onze sociale uitgaven weliswaar hoog zijn, maar dat we als maatschappij minder spenderen dan een aantal buurlanden en gelijkaardige Europese landen. In die landen worden burgers bijvoorbeeld verplicht om sociale uitgaven te doen via private spelers, maar zonder beheer ervan door de overheid. Dat is op papier dan geen sociale uitgave door de overheid, maar je moet ze als burger en dus als maatschappij natuurlijk wel betalen.

Groen maakt andere keuzes om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te waarborgen. Die houdbaarheid vraagt actie op korte termijn én een visie op lange termijn. Het begrotingstekort moet op verstandige termijnen teruggedrongen worden, zonder de samenleving en de klimaatdoelstellingen te laten vallen. Bezuinigingen leiden lang niet altijd tot een betere houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Dat zagen we tijdens de eurocrisis als slechte reactie op de financiële crisis. Een acuut soberheidsbeleid zou net onze toekomstige welvaart in het gedrang brengen. Ontwrichtende besparingen verslechteren de houdbaarheid.

Groen strijdt voor een eerlijke samenleving waarin de grote vervuilers en extreemrijken eerlijk bijdragen. Zo wil Groen besparen op fossiele subsidies. Jaarlijks spendeert ons land daar 20 miljard euro aan, hetgeen het noodzakelijke klimaatbeleid ondergraaft. Denk maar aan subsidies voor verlieslatende luchthavens en de subsidiëring van de diesel van binnen- en buitenlandse transportfirma’s. De files kosten ons land jaarlijks 5 miljard euro. Daarnaast houden we de bedrijfssubsidies tegen het licht. Ons land (en zeker Vlaanderen) is subsidiekampioen, maar het maatschappelijke rendement is vaak beperkt.

We zetten de strijd verder voor meer werkbaar werk en mentaal welzijn. Zo helpen we langdurig zieken terug aansluiting te vinden. Ook een fiscale hervorming die de lasten op arbeid verlaagt, helpt meer mensen aan het werk. We financieren die door een shift naar (onbelaste) vermogensinkomsten en door een vereenvoudiging van ons belastingsysteem. De grootste vermogens dragen meer bij door de effectentaks te vervangen door een progressieve miljonairsbelasting op nettovermogens vanaf 2,5 miljoen euro.

Ook op het vlak van fraudebestrijding is er nog heel wat winst te boeken. Door fiscale fraude even efficiënt aan te pakken als onze buurlanden, kunnen we jaarlijks zo’n 8 tot 10 miljard extra in het laatje krijgen.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
Onze sociale zekerheid, gezondheidszorg en pensioenen zijn grote verwezenlijkingen van de sociale vooruitgang in België. Voor Groen is het veiligstellen en rechtvaardiger maken van die verwezenlijkingen essentieel. We moeten garanderen dat de sociale zekerheid ook in de toekomst voldoende gefinancierd blijft. Groen wil de sociale zekerheid hervormen om ze te verbeteren, niet om erop te besparen. Op dit moment spendeert België immers al minder aan sociale uitgaven dan een aantal buurlanden en andere gelijkaardige Europese landen. Hervormen is nodig, omdat er wel degelijk uitdagingen bestaan: onder meer de ongedekte lastenverlaging van de regering-Michel, tal van uitzonderingsregels en een vergrijzende bevolking zorgen ervoor dat nog maar 56 procent van de sociale uitgaven door sociale bijdragen worden gefinancierd. De andere 44 procent past de overheid bij via belastinginkomsten.

Om het financiële draagvlak te verbreden, maken we komaf met de uitholling van de sociale bijdragen. We zetten in op duurzame, kwaliteitsvolle jobs die ten volle bijdragen aan de sociale zekerheid en bescherming bieden voor mensen. Arbeid is een te smalle basis voor herverdeling. We zorgen voor nieuwe inkomsten in de sociale zekerheid door grote vermogens en bedrijven met ongezonde werkomstandigheden mee in het bad te trekken. We dichten de lekke emmer door fors in te zetten op preventie en werkbare loopbanen. Zo besparen we op uitgaven in arbeidsongeschiktheid en langdurige ziekte én zorgen we ervoor dat meer mensen bijdragen.

Zo’n half miljoen Belgen zijn out en langdurig ziek thuis. Dat is natuurlijk eerst en vooral zeer slecht nieuws voor de betrokkenen zelf, maar heeft daarnaast natuurlijk ook een impact op de sociale zekerheid. De totale kostprijs van langdurig zieken wordt geschat op 5,3 procent van het bbp – het gemiddelde in andere EU landen is ‘slechts’ 3,6 procent. Als België op het gemiddelde van de Europese Unie zou zitten – toch niet echt ambitieus als doel – zou dat direct bijna 10 miljard inkomsten aan de brede sociale zekerheid opleveren. Door preventie en een goede opvolging als mensen toch ziek worden, kunnen we daar verbetering in brengen. We moeten bijvoorbeeld veel sneller ingrijpen bij langdurige ziekte: nu wachten we vaak een jaar. Aangepast werk en deeltijds hervatten kunnen ook vaak een oplossing zijn.

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
De krapte op de arbeidsmarkt treft niet alleen de zorg. Algemene maatregelen zoals inzetten op werkbaar werk, levenslang leren en arbeidsmigratie voor knelpuntberoepen kunnen ook in die zo belangrijke sector een rol spelen, maar dat zal niet volstaan. Er werden ook alle verschillende initiatieven genomen zoals de verbetering van de verloning en de arbeidsvoorwaarden via het zorgpersoneelsfonds en het federaal sociaal akkoord. Daar gaat jaarlijks ruim een miljard euro naartoe.

Er wordt ook gewerkt aan de hervorming van de gezondheidsberoepen: de praktijkassistent werd ingevoerd om huisartsen te ontlasten van administratie en eenvoudige zorgtaken, een ‘bekwame helper’ kan in bepaalde gevallen taken van een verpleegkundige overnemen, zorgkundigen kunnen meer verpleegkundige zorgen overnemen, apothekers helpen met het toedienen van vaccins, enzovoort. Daar moet nog verder aan gewerkt worden zodat zorgtaken zo efficiënt mogelijk toegewezen kunnen worden. Voor logistieke en administratieve taken kunnen zorgondersteuners ingeschakeld worden. Die hoeven geen specifiek zorgdiploma te hebben. Zo bouwen we aan een ‘zorgladder’: verzorgende profielen kunnen daarmee doorgroeien vanuit hun basisopleiding door levenslang leren en brugopleidingen.

We mogen ook het belang van mantelzorg niet uit het oog verliezen. Daarom willen we beperkingen in de tijd op mantelzorgverlof opheffen. Dat kan nu maar voor 6 maanden, voor palliatief verlof zelfs maar 3 maanden. Maar wat als je familielid langer ziek is en zorg nodig heeft? We moeten mantelzorgers ook ondersteunen door respijtzorg: oppashulp, kortverblijf en gezinszorg.

Om dat alles mogelijk te maken, moeten we dus ook blijven investeren in zorg: we laten de budgetten op alle bevoegdheidsniveaus mee groeien met de zorgnood. Nu besparen door te schermen met ‘efficiëntiewinsten’ of de voorziene groei van de budgetten vertragen, is onverantwoord. Als we efficiëntiewinsten boeken, zullen we die immers heel erg nodig hebben om te investeren in preventie en chronische zorg. Die kunnen op termijn de druk op de zorg verminderen.

En er moet werk gemaakt worden van de opleidingen: de Belgische Federatie van Zorgkundigen trok onlangs nog aan de alarmbel over de onderwijshervorming. Artsen in opleiding moeten geleid worden naar specialismen waar tekorten in zijn (huisartsgeneeskunde, geriatrie…). Aan brugopleidingen om door te groeien op de zorgladder is nog een groot gebrek.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
Te weinig handen in de kinderopvang, de zorg, het onderwijs. Te weinig technici om zonnepanelen of warmtepompen te installeren… In ons land zien we een ernstig tekort aan arbeidskrachten, wat resulteert in de zogenaamde ‘krapte op de arbeidsmarkt’. Die uitdaging delen we met Oostenrijk en Nederland, die momenteel de Europese ranglijsten aanvoeren wat betreft arbeidsmarktkrapte.

De oorzaken van de krapte zijn veelvoudig. Allereerst is er de demografische evolutie, waarbij een vergrijzende bevolking en een dalend geboortecijfer resulteren in minder beschikbare werkkrachten. Daarnaast is er zowel een kwantitatieve als kwalitatieve mismatch. Er zijn te weinig mensen beschikbaar voor bepaalde beroepen en de competenties voor de snel digitaliserende en robotiserende werkomgeving ontbreken. e zien ook de ‘vijver’ leeglopen door toenemende uitval door stress en burn-out, spier- en gewrichtsaandoeningen: we hebben dubbel zoveel zieken als werkzoekenden.

Voor Groen is de huidige krapte op de arbeidsmarkt tegelijk een uitdaging en een kans. Een uitdaging omdat ze de ongelijkheid kan versterken, doordat onderbemande voorzieningen niet meer voor iedereen even toegankelijk zijn. Het lerarentekort is problematischer voor scholen met veel kinderen in moeilijke socio-economische posities, het uitstel van zorg is vooral een issue voor mensen met een structureel risico op een slechte gezondheid. Maar die krapte kunnen we omzetten in kansen. De krapte kan de sociale ongelijkheid doen afnemen omdat werknemers meer onderhandelingsmacht hebben en de arbeidsmarkt meer toegankelijk wordt voor mensen die minder kansen krijgen (zoals mensen met migratieachtergrond of met een afstand tot de arbeidsmarkt). Het kan een hefboom zijn om te werken aan een hogere kwaliteit van jobs, competentie-versterking en inclusie.

Voor Groen is het belangrijk dat vooral de krapte in maatschappelijk relevante en essentiële sectoren aangepakt wordt: de zorg, het onderwijs en de kinderopvang, de omschakeling naar een groene economie en industrie. Er is echter geen ‘magic bullet’, we hebben een mix van maatregelen nodig.

  • Wij geloven dat de beste manier om meer mensen duurzaam aan het werk te krijgen en te houden, is ervoor te zorgen dat ze niet uitvallen. We verbeteren daarom de balans tussen privé en werk, maken de werkdruk terug haalbaar en zetten resoluut in op dé preventieve maatregel bij uitstek: werkbaar en waardig werk. Zo investeren we in ons bestaand arbeidspotentieel. We zorgen voor goeie loon- en arbeidsvoorwaarden in de ’tekortsectoren’. We werken drempels naar werk weg en investeren in toegankelijke kinderopvang, openbaar vervoer, loopbaanbegeleiding, toegankelijke verlofstelsels.
  • We investeren in de diensten voor arbeidsbemiddeling (VDAB en ACTIRIS), die een cruciale rol spelen voor onze arbeidsmarkt en economie. Zo pakken we de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan, en ondersteunen werkgevers bij hun vacaturebeleid. Ook werkzoekenden die nog niet 100 procent aan de functievereisten voldoen, krijgen een kans, met de nodige begeleiding of bijscholing. 
    • Wanneer een bedrijf er gedurende een langere periode niet in slaagt om een vacature in te vullen, kan de VDAB zelf een geschikte en geïnteresseerde kandidaat aanbieden. In overleg met de werkgever wordt een integratieplan opgemaakt, waarbij het bedrijf de kandidaat een kans geeft om de functie uit te oefenen en de nodige ondersteuning biedt voor verdere scholing op de werkvloer. Win-win: de werkzoekende heeft een job en de werkgever heeft een werknemer in het knelpuntberoep. Zo geven we iedereen die wil werken garantie op een waardige job. We versterken vergroten de beschikbare werknemerspool en bevorderen interregionale mobiliteit door in te zetten op een betere samenwerking tussen VDAB, FOREM en ACTIRIS. We promoten levenslang leren om iedereen mee te nemen in de transitie naar de arbeidsmarkt van de toekomst.
  • Discriminatie leidt er ook toe dat we niet alle beschikbare talenten benutten en versterkt zo de krapte op de arbeidsmarkt. We bestrijden discriminatie met o.a. proactieve praktijktesten, positieve acties, sollicitatiefeedback. Waar discriminatie vastgesteld wordt, volgen sancties.
  • We investeren in automatisering, robotisering en innovatie. En we bevorderen de arbeidsmigratie voor knelpuntsectoren, binnen een degelijk wettelijk kader dat mensen die hier komen werken beschermt tegen uitbuiting en uitsluiting in de maatschappij.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
Groen gaat volop voor buurtgerichte zorg. In wijken en dorpen brengen we hulpverleners uit de gezondheidszorg en het welzijnswerk in contact met elkaar en ondersteunen we hen om samen te werken aan het welzijn van ieder lid van de gemeenschap waar ze verantwoordelijkheid voor nemen. Dat begint bij de allerkleinsten door Kind & Gezin en de kinderopvang tot thuiszorg en een divers aanbod van woonzorg voor onze ouderen en zorgbehoevenden. De eerstelijnszorg van onder meer huisartsen, apothekers en tandartsen, maar ook maatschappelijk werkers, verzorgenden en psychologen, organiseren we in een netwerk dat verbinding en samenwerking bevordert in functie van de levensdoelen en noden van hun cliënten en patiënten. Het is nu tijd om de middelen structureel in te zetten en de resultaten van allerlei projecten te bestendigen. De eerstelijnszones in Vlaanderen en de zorgbekkens in Brussel vormen bovenlokale platformen om buurtwerkingen te ondersteunen in samenwerking en overleg met de lokale overheden en de zorg- en welzijnsactoren ter plaatse.

We versterken buurthuizen en lokale dienstencentra, want zij maken zorg en ontmoeting laagdrempelig. Lokaal zetten we in op assistentieposten die 24 uur op 24 bereikbaar zijn voor ondersteuning bij het dagelijks leven. Hulpverleners uit sociale huizen, wijkgezondheidscentra en geïntegreerde welzijns- en gezondheidscentra zoeken actief contact met kwetsbare groepen uit de buurt. Mantelzorgers en sleutelfiguren uit etnisch-culturele gemeenschappen krijgen een vorming tot zorgambassadeurs. Zij slaan bruggen met de professionele zorg. We scheppen een kader voor meergeneratiewonen en kleinschalige initiatieven in woonkernen waar zorgbehoevenden samen kunnen wonen. Dat kan een belangrijke tussenstap vormen tussen grote zorginstellingen en thuis wonen met mantelzorg. Iedereen zal geholpen worden, zo dicht mogelijk bij huis, en dat in een logische, territoriaal georganiseerde zorgstructuur.

Immanuel De Reuse (Vlaams Belang), Vlaams parlementslid en expert voor zijn partij in zorgthema’s

De vergrijzing zal weldra hogere, grote kosten meebrengen voor de pensioenen, aan zorg en aan aangepaste huisvesting. Wat is het voorstel van uw partij om aan dat geld te komen?
Wij willen een eengemaakt pensioenstel voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren, dat gebaseerd is op gewerkte uren, niet op leeftijd. Daarbij moet iedereen een degelijk minimumpensioen genieten én een aanvullend pensioen in lokaal verankerde pensioenfondsen. Ons pensioenplan is betaalbaar omdat we willen besparen op het politieke bestel en vooral ook op de migratiefactuur en de transfers. Zo pleiten we enerzijds voor een apart sociale zekerheidsstelsel voor migranten naar Deens voorbeeld, anderzijds voor een splitsing van onze sociale zekerheid. Wat zorg en welzijn betreft: dat zijn bij uitstek persoonsgebonden zaken die op Vlaams niveau thuishoren. Wanneer we die hefbomen ten volle in handen hebben, kunnen we ook een coherent beleid voeren voor onze ouderen.

Hoe kunnen we ons volgens uw partij beter voorbereiden op de vergrijzende samenleving? Hoe behoeden we ons zorgsysteem voor een crash? Hoe houden we onze sociale zekerheid in stand zodat de zorg voor iedereen toegankelijk en betaalbaar blijft?
De overheid heeft absoluut de plicht om die te waarborgen. Ons zorgsysteem moeten we zo goed mogelijk uitrusten voor de uitdagingen die voor ons liggen. Dat betekent dat we meer moeten inzetten op preventie om mensen langer gezond te houden, inzetten op een meer geïntegreerde zorg, en op zoek moeten gaan naar efficiëntiewinsten, zoals in de (online) administratieve taken. Als we de sociale zekerheid splitsen en ons zorgsysteem volledig tot een Vlaamse bevoegdheid maken met één Vlaamse minister, kan er ook een integrale visie uitgerold worden op langere termijn. Nu worden we met een enorme versnippering geconfronteerd die efficiënt beleid bijna onmogelijk maakt.

Veel Vlamingen vervullen hun kinderwens niet omwille van financiële overwegingen. We moeten een gezinsvriendelijk beleid voeren, met bijvoorbeeld een deeltijds opvoedersinkomen voor een ouder die halftijds werkt, zodat er zoveel mogelijk drempels worden weggenomen. Want de vergrijzing hangt daarmee natuurlijk nauw samen. 

De zorg kampt nu al met een personeelsgebrek. Als de zorgbehoeften door de vergrijzing toenemen, zullen er nog meer zorgverstrekkers nodig zijn. Hoe denkt uw partij dat personeelstekort op korte en langere termijn te kunnen aanpakken? Wat kan een job in de zorgsector aantrekkelijker maken?
We moeten het beroep van verpleegkundige en zorgkundigen promoten. Dat doen we zeker ook door aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden, een betere balans tussen werk en privé, en meer vertrouwen en autonomie op de werkvloer. Er moet ook meer taakdifferentiatie komen in de zorg, onder andere door andere profielen in de zorg in te zetten. Dat zou ervoor zorgen dat verplegend personeel minder administratieve taken moet vervullen en meer tijd heeft voor de zorgtaken. Taakverschuiving tussen zorgberoepen zouden de kwaliteit en de efficiëntie verbeteren.

Er moet natuurlijk ook naar het onderwijs gekeken worden. We kunnen het inschrijvingsgeld bijvoorbeeld koppelen aan de maatschappelijke nood om op die manier meer mensen te stimuleren om opleidingen te volgen die leiden naar een knelpuntberoep, zoals verpleeg- en zorgkundigen. Een betere afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt zou heel wat tekorten kunnen aanvullen.

Niet alleen de zorg maar onze hele economie kreunt onder een tekort aan arbeidskrachten. Wat is hiervoor de oplossing die uw partij voorstelt?
De krapte op de arbeidsmarkt in Vlaanderen moeten we vooral aanpakken door de verhoging van de werkzaamheidsgraad en productiviteit. Dat eerste doen we door de nettolonen te verhogen en de werkorganisatie beter af te stemmen op de behoeften van het gezin en de leeftijd. Om de productiviteit op te krikken, moeten vooral de competenties een leven lang worden ontwikkeld en volop worden ingezet op nieuwe technologieën. De werkloosheid in Vlaanderen is laag, maar in Brussel en Wallonië heel wat hoger. Bovendien is 44,2 procent van de niet-Europese immigranten inactief, dat wil zeggen niet aan het werk en niet op zoek naar een job. Terwijl er volop gepleit wordt om nóg meer (arbeids)migratie te organiseren, stellen wij dat we in de eerste plaats de vele inactieven in dit land moeten activeren.

Voor ouderen zijn isolatie en immobiliteit grote moeilijkheden. Om die eenzaamheid tegen te gaan, is er meer verbinding nodig in de samenleving en dient gezocht te worden naar zorgzame buurten met intergenerationele solidariteit en uitwisseling. Hoe hoopt uw partij het sociale weefsel en de solidariteit te versterken zodat ouderen werkelijk volwaardig bij de samenleving horen en zich niet uitgesloten of afgeschreven voelen?
Er zijn verschillende elementen waarop we willen inzetten. Niet alleen moeten we in het algemeen investeren in onze publieke mobiliteitsinfrastructuur met de nodige aandacht voor ouderen, we moeten ook heel lokaal het sociale weefsel versterken. Zo zijn we bijvoorbeeld voorstander van het project ‘Zorgzame Buurten’, dat verdere ondersteuning verdient. Ook buurthuizen (dienstencentra) met een specifiek aanbod naar onze zilveren generatie kennen veel succes en zorgen voor het menselijk contact. Bij nieuwe plannen voor wijken moet er dan weer rekening houden met alle leeftijden.

Digitalisering in de zorg (en in de bredere maatschappij) is zinvol en nodig, maar onderling contact en zorg voor elkaar, dat zijn zaken die nooit te vervangen vallen. Digitalisering in de zorg moet dan ook ten dienste staan van efficiëntiewinsten zodat er méér tijd en ruimte is voor menselijk contact, niet minder. Bovendien moet er naast de digitale dienstverlening ook steeds de mogelijkheid blijven tot rechtstreeks contact, bijvoorbeeld bij aan een loket van de overheid. Ten slotte zijn initiatieven waarbij jongere mensen ouderen digitaal wegwijs maken, ten zeerste aan te moedigen.

Boeiend artikel? Deel het dan met je vrienden via:

Lees ook deze artikels...

Uw Tertio account

Log in op uw Tertio account en lees meteen uw Tertio digitaal

Nog geen abonnee? Koop makkelijk en veilig uw abonnement op onze website.
Enkel digitaal lezen? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!

Sluiten

Tertio nieuwsbrief

Interessant artikel? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf zo op de hoogte van al onze nieuwste bijdragen, evenementen en aanbiedingen.