Ritueel voor Bantoejongens in Malawi. © Wikimedia Commons / Steve Evans
Aanvankelijk verschenen zijn teksten in Congolese tijdschriften (Aequatoria en Band), op aandringen van de jurist Emile Possoz, een goede vriend en stadsgenoot van kardinaal Jozef Cardijn die ook bezield was door de idealen van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ). Samen kwamen Possoz en Tempels tot het besluit dat het gangbare beschavings- en evangelisatiewerk in Congo weinig vruchten opleverde en integendeel aanleiding gaf tot ongenoegen bij de zogenaamde évolués. Die voelden zich enerzijds losgerukt uit hun tradities en anderzijds liepen ze verloren in de nieuwe situatie waar ze verstoken bleven van de beloofde gelijke behandeling. De kern van de zaak was voor beiden: we begrijpen de Bantoes niet. We dwingen hen in een westerse manier van denken en leven dat hen vervreemdt van hun eigen ‘filosofie’. Pater Tempels was geen academisch filosoof, maar met de bagage die hij opdeed probeerde hij ‘het achterliggende gedachtesysteem’ van de Bantoe naar voren te halen. Dat hij niet altijd een duidelijk onderscheid maakte tussen filosofische subdisciplines was voor hem niet zo belangrijk. Tenslotte was Bantoe-filosofie maar een tussendoortje. Eigenlijk wilde Tempels een nieuwe catechese schrijven en het boek stond daar ten dienste van.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...