Anomie
De tweespraak tussen Lieven Boeve (Katholiek Onderwijs Vlaanderen) en Koen Pelleriaux (GO!)op blz. 2-3 leert dat beide nethoofden zich goed bewust zijn van de problemen. Toch leggen ze minder nadruk op de cijfers. Ze zijn – net als de Scholierenkoepel trouwens –bijzonder bezorgd om het mentale welzijn van de leerlingen, en daaraan gekoppeld om de grotere zorgnood. Het is een kwestie die in de hele discussie veel te weinig aan bod komt: uiteraard wil de overgrote meerderheid van leerlingen en leraren goed onderwijs. Maar het zit hun niet mee. Scholen zijn smeltkroezen van alle maatschappelijke uitdagingen: veeleisende klanten (ouders), een staat die steeds meer regels uitvaardigt en taken bij de school legt, de grote heterogeniteit van leerlingen in taal en cultuur, leerstoornissen en mentale problemen. Tel daarbij de drugsproblematiek, kansarmoede, eisen van werkgevers en economie. Leraren voelen zich overvraagd. Orde houden in de klas en leerlingen motiveren vragen steeds meer energie.
Waartoe?
Bijzonder toch om te zien hoe de onderwijsverantwoordelijken van het GO! en van het katholieke net het roerend eens zijn over het belang van zingeving. Onderwijs is de spiegel van wat er in de samenleving gebeurt. Het is al vaak gesteld: hyperindividualisering, gekoppeld aan de neoliberale visie op economie, heeft onze samenleving beroofd van een zingevend project. De nethoofden benadrukken daarom het belang van een pedagogisch project. Daarin worden waarden aan goed onderwijs gekoppeld en kan onderwijs in de echte zin van het woord ‘cultuuroverdracht’ worden.
Amor mundi
Dat sluit aan bij wat onder andere de Nederlandse pedagoog Ger BIesta en de Duitse onderwijsfilosoof Theodor Ballauff de laatste jaren betogen: onderwijs is meer dan kwalificatie en competenties verwerven, maar wil ook mens en wereld verbeteren. Ook filosofe Hannah Arendt wordt vaak geciteerd. Zij stelt dat onderwijs de tussenruimte is tussen het gezin en de wereld: kinderen krijgen er de wereld aangereikt om er wat Arendt zo treffend de amor mundi noemt – de liefde voor de wereld – te leren en zo te beslissen om verantwoordelijkheid op te nemen voor die wereld.
Ziel
Mutatis mutandis was dit ook altijd het project van het katholiek onderwijs: kinderen het leven en de wereld leren ontdekken als een gave van God, en je eigen roeping en rol daarin. Samen met andere stichters van onderwijscongregaties in de 19de eeuw sprak Don Bosco – in de taal van zijn tijd – over de “redding van de ziel van het kind”. Ook vandaag gaat het over die ziel. Niet voor niets is de letterlijke vertaling van psychologie ‘zielkunde’: zin en mentaal welzijn liggen dicht bij elkaar. Onderwijs moet in de eerste plaats leraren en leerlingen bezielen om de wereld als een appel te ontdekken waarop we samen, ieder volgens eigen mogelijkheden en talenten, kunnen antwoorden. Dat vraagt om een spirituele ommekeer in het onderwijsbeleid. Een beleid dat helemaal in de geest van Hannah Arendt zoekt naar ‘nataliteit’: het innerlijk vermogen om iets nieuws te beginnen en de wereld op een menselijke manier in te richten.
Meer opinies van
Johan Van der Vloet