“Veilig, gerespecteerd, goed verzorgd.” De resultaten van een recente grootschalige bevraging in Vlaamse woonzorgcentra klinken op het eerste gezicht bemoedigend. Meer dan negen op de tien bewoners voelen zich er veilig en gerespecteerd. Ook privacy en maaltijden scoren hoog. Ruim 8.000 bewoners en 11.000 familieleden namen deel aan het onderzoek van de Vlaamse Ouderenraad, het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg (VIKZ) en het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen.
Maar wie iets dieper kijkt, ontdekt een minder rooskleurig beeld. Vier op de tien bewoners zeggen geen betekenisvolle band te hebben met het personeel. De helft mist vriendschappelijke relaties met medebewoners, en bijna evenveel bewoners vinden zelden een activiteit echt de moeite waard.
Gedekte tafel zonder gesprekspartner
Die disbalans tussen wat goed gaat (veiligheid, verzorging, privacy) en wat ontbreekt (verbinding, vriendschap, zingeving) snijdt dieper dan we misschien willen toegeven. Het is alsof we ouderen een warm en veilig huis aanbieden, maar niemand die aanbelt. Een keurig gedekte tafel klaarzetten, maar zonder gesprekspartner. Veiligheid, hygiëne en respect zijn er, maar het meest menselijke ingrediënt ontbreekt: betekenisvolle ontmoeting.
Opmerkelijk is dat veel bewoners deze relationele thema’s zelf een lagere prioriteit geven. Je zou bijna denken: “Zie je wel, het valt allemaal wel mee.” Toch wijzen cijfers over eenzaamheid in Vlaanderen uit dat vooral oudere alleenstaanden, weduwnaars en 85-plussers zich vaak eenzaam voelen. Precies deze kwetsbare groep woont in woonzorgcentra. Hier schuilt een paradox: de bewoners ervaren een gebrek aan sociaal contact, maar nemen weinig deel aan activiteiten.
“Verbinding en zingeving zijn geen bijzaak, maar kern van zorg”
Hoe dat komt? Niet alleen mentale of fysieke beperkingen spelen een rol. Oudere zorgbehoevenden zijn ook vaak geneigd hun verlangens in te slikken om zorgverleners niet tot last te zijn. Af en toe samen In de stille Kempen zingen of een wekelijks bingo-uurtje volstaan niet voor hun diepere behoefte aan betekenisvolle ontmoeting. We zijn verleerd om écht te vragen wat hen bezighoudt — en daar tijd voor vrij te maken.
Tijd is het sleutelwoord
En tijd, dat is het sleutelwoord. Deze emotionele armoede is geen kwestie van onwil of onkunde. Zorgmedewerkers doen hun uiterste best, maar botsen op structureel tijdgebrek, hoge werkdruk en een systeem dat presentie niet als kerncompetentie erkent. Met gemiddeld zestig voltijdse medewerkers per honderd bewoners is elke medewerker verantwoordelijk voor bijna twee bewoners tegelijk.
Werkdruk en tijdsgebrek vormen de grootste knelpunten in de huidige ouderenzorg. De kern van het probleem ligt in een zorgmodel dat vooral focust op fysieke verzorging, terwijl de sociale, psychische en spirituele dimensies vaak als bijzaak worden gezien. Terwijl juist die laatste essentieel zijn voor zingeving, betekenis en verbondenheid. Spirituele zorg is geen luxepastoraat voor de zondag, maar een dagelijkse praktijk van presentie, luisteren en oprechte aandacht. Iemand die naast je zit, je kwetsbaarheid erkent en je weer even mens laat voelen.
Investeren in een holistisch zorgmodel
Magda De Meyer van de Vlaamse Ouderenraad verwoordt het helder: “We moeten weg van het puur medische model. Het gaat om hun huis — dat moet het uitgangspunt zijn.” Mutualiteiten benadrukken dat verbinding en zingeving geen bijzaak zijn, maar kern van zorg. Spirituele zorg hoort daar onlosmakelijk bij.
De uitdaging is duidelijk: investeren in een holistisch zorgmodel waarin fysieke, sociale, psychische én spirituele zorg hand in hand gaan. Presentie, medemenselijkheid en zingeving zijn geen extraatjes, maar de basis. Want echte zorg is meer dan veilig zijn, gerespecteerd en verzorgd — het is betekenisvol menszijn, tot het einde toe.

Meer opinies van
Kelly Keasberry