Het essay over de toekomst van de Kerk in Tertio van maart, geschreven door hoofdredacteur Johan Van der Vloet, ondersteun ik volmondig. Mijn reactie komt voort uit een recente opwelling van verontwaardiging over de manier waarop hervormingen in de parochiestructuur worden doorgevoerd. In mijn eigen parochie probeert men de problemen van de clerus op te lossen door drastische maatregelen, waarbij drie op de vier gemeenschappen verdwijnen.
Over hun levensvatbaarheid kan men discussiëren – dat doe ik zelf ook. Wat me echter bitter stemt, is de vaststelling dat de Kerk dit beschouwt als onvermijdelijke ‘collateral damage’, terwijl het echte probleem is dat zij zelf niets meer uitstraalt.
“Onze kinderen en kleinkinderen gaan niet langer naar de kerk. Betekent dit dat zij niet meer geloven?”
Onze kinderen en kleinkinderen gaan niet langer naar de kerk. Betekent dit dat zij niet meer geloven? Of dat de Kerk niets meer uitstraalt waarin zij zich kunnen herkennen of waarvoor zij enthousiast zijn? De waarheid ligt wellicht ergens tussenin. Wat vaststaat, is dat de Kerk zich in de huidige samenleving fundamenteel zal moeten heruitvinden om nog een toekomst te hebben.
In de eerste plaats moet de Kerk opnieuw vreugde, enthousiasme en hoop uitstralen. In gemeenschappen die dit doen, zie je mensen en gezinnen met kinderen spontaan terugkeren. Daarnaast moet de Kerk opnieuw de woorden van het evangelie leven zoals ze zijn, en dus niet enkel wat graag wordt gehoord. Tenslotte moet ze zich bewegen aan de rand van de geseculariseerde samenleving, net daar waar mensen de limieten van onze samenleving ervaren. Juist op die plaatsen kan de Kerk haar eigenheid herontdekken en het evangelie duidelijk uitspreken.
“Om de Kerk opnieuw relevant te maken, is het getuigenis en de vindingrijkheid van alle gelovigen nodig.”
Dit proces van heruitvinding, waarbij de Kerk zoekt naar relevantie in een almaar modernere en seculiere samenleving, is niet de taak van priesters alleen. Lumen Gentium 10 maakt een onderscheid tussen het algemene priesterschap van de gelovigen en het ambtelijk of hiërarchisch priesterschap. Alle gelovigen samen vormen een ‘koninkrijk van priesters’ (Openb. 1,6). Daarom moeten alle leerlingen van Christus, in volhardend gebed en onder het loven van God, zichzelf aanbieden als een levend, heilig, aan God welgevallig offer. Het is hun opdracht om overal ter wereld van Christus te getuigen en rekenschap af te leggen van de hoop die in hen leeft. Die hoop zal in de toekomst belangrijker zijn dan ooit.
Om de Kerk opnieuw relevant te maken, is het getuigenis en de vindingrijkheid van alle gelovigen nodig. Dialogale processen moeten worden opgestart, waarin elke stem welkom is. Alleen zo kan de Kerk ontdekken hoe ze in deze tijd opnieuw iets kan uitstralen.
“De huidige hervormingen in de parochiestructuren lijken misschien onvermijdelijk, maar in essentie zijn het achterhoedegevechten.”
De huidige hervormingen in de parochiestructuren lijken misschien onvermijdelijk, maar in essentie zijn het achterhoedegevechten. Ze zaaien bovendien teleurstelling, zetten aan tot opstandigheid en ondermijnen het vertrouwen in de ambtelijke Kerk. Enthousiasme wekken ze niet. Integendeel, ze dreigen het einde alleen maar te versnellen.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!

Meer opinies