In het Libanese dorpje Baissour komen de druzen op de eerste ochtend van het Offerfeest in traditionele klederdracht samen om het sociale leven te hernieuwen. Martelaren worden herdacht en problemen besproken. Het verzet op de Golanhoogte krijgt ruim aandacht. © Aurélie Geurts

Druzen zullen Golanhoogvlakte nooit opgeven

Toen de Zesdaagse Oorlog van 1967 over het Midden-Oosten raasde, veroverde Israël de Golan-hoogvlakte op Syrië. In 1981 volgde de eenzijdige annexatie. Sindsdien verklaren Israëlische leiders dat het strategisch gelegen plateau deel blijft uitmaken van de zionistische droom. Nochtans is voor Syrië de teruggave van de bezette Golan een essentiële voorwaarde voor vrede.

De internationale gemeenschap heeft de annexatie van de Golan door Israël nooit erkend, maar in 2019 verklaarde voormalig VS-president Donald Trump de Golanhoogte officieel als Israëlisch grondgebied. Zijn opvolger, Joe Biden, lijkt niet geneigd die beslissing terug te draaien. En in 2021 kondigde de Israëlische ex-premier Naftali Bennet aan dat zijn regering zou investeren in nieuwe nederzettingen op de Golan met als doel het aantal Israëlische kolonisten te verdubbelen om de grip op het gebied te vergroten. Op de Golan-hoogvlakte wonen ongeveer 54.000 mensen: 27.000 Syrische Arabieren – vooral druzen – en 27.000 Israëlische kolonisten.