De decors zijn even somptueus als de paramenten zelf. © rr
Dat sterke verhaal houdt verband met de periode van de katholieke ‘schuilkerken’. Vanaf het laatste kwart van de 17de eeuw mocht de katholieke kerk in de Noordelijke Nederlanden, naast andere niet-gereformeerde gezindten, niet meer beschikken over eigen kerkgebouwen. Aanvankelijk zagen deze kerken zich verplicht de clandestiniteit op te zoeken, maar geleidelijk aan ontwikkelde zich een meer pragmatische verhouding met de overheid. Zeker vanaf 1650 ontstond er een gedoogbeleid waarbij kerkgebouwen mochten worden opgetrokken, zolang ze van buitenaf niet als kerk herkenbaar waren. Men mocht samenkomen om liturgie te vieren, maar samenscholingen op straat waren verboden.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...