De VN-missie in Haïti na de aardbeving van 2010 liep uit op een nieuwe ramp. © Wikimedia
De beelden in maart en april van de bendeleider Jimmy ‘Barbecue’ Chérizier in een kogelvrij vest en geweer in de hand roepen meteen het grimmige klimaat in Haïti op. 80 procent van de hoofdstad Port-au-Prince is onder de controle van gewapende bendes, grotendeels gecoördineerd door Barbecue, die de oorlog verklaarde aan president Ariel Henry. Overheidsinstellingen werden in brand gestoken en mensen op de vlucht gejaagd. In de eerste drie maanden van het jaar werden maar liefst 1.500 mensen vermoord. 17.000 mensen zijn de hoofdstad ontvlucht op zoek naar veiliger oorden. Het land van 11 miljoen inwoners telt 362.000 interne vluchtelingen en 1,64 miljoen mensen lijdt acute hongersnood. Het gezondheidssysteem is gecrasht. De economie krimpt al zes jaar op rij, de mensen leven vooral van het geld dat gemigreerde familieleden toesturen. De Dominicaanse Republiek heeft de grenzen met het buurland gesloten en wil geen Haïtiaanse vluchtelingenkampen op haar grondgebied. De media besteden weinig aandacht aan deze stadsoorlog. Toch wees de paus eind april in Venetië op de wanhopige toestand waarin de Haïtianen zich bevinden. De VN hebben het over een cataclysme. Alle termen die rampspoed omschrijven, schieten te kort om de chaos in Haïti te vatten.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...