Amateursociologie
Plotseling kreeg het saaie kantoorwerk er een nieuwe dimensie bij. Twee amateursociologen verbaasden zich er dagelijks hardop over dat iets wat aanvankelijk nog een door vooroordeel gekleurde hypothese had geleken, bijna per zeden- of fraudezaak een patroon bevestigde. “Dat is toch interessant, hè?”, kon mijn moeder zeggen. “Ik bedoel … Wat zegt dat over de verschillen tussen de beide christelijke stromingen?” We hebben er menigmaal over gespeculeerd, soms ook samen met mijn vader, ex-jezuïet. Tot antwoorden kwamen we niet. Hooguit nuanceerden de gesprekken het naïeve idee dat oecumene alleen maar een kwestie was van zoeken naar de overeenkomsten en op basis daarvan tot eenheid komen. Uiteraard spraken we bij ons thuis over de mooie en intens verdrietige kanten van het celibaat, voor priesters zelf, maar ook voor degenen die soms jarenlang in het verborgene een relatie met een priester onderhielden. We spraken over de vraag of vrouwen priester moesten kunnen worden. Over het op z’n minst wonderlijke gegeven dat priesters bij het afnemen van de biecht zaken hoorden, er zelfs naar doorvroegen, waaraan ze zelf (idealiter) nooit deel hadden gehad. Over het feit dat priesters over het huwelijk en het gezin moraaltheologische voorlichting gaven, tot in details, waarover ze niets wisten. “Maar papa, het belangrijkste is toch niet uit boeken te leren?”
Hij die zonder zonde is…
Nee, over de schokkende misbruikzaken door katholieke priesters was destijds nauwelijks iets bekend. Mijn moeder zou de onthullingen niet meer meemaken: ze stierf in 1997. Tegen de tijd dat het in het nieuws was, had mijn vader zich al meer van de Kerk gedistantieerd, teleurgesteld in heel andere dingen. En misschien ook wel omdat het te groot, te overweldigend was om te bevatten. Toevallig was ik over het misbruik aan het schrijven in een bredere context, toen mij het bericht bereikte over wat er thans gaande is rond de Kerk in Vlaanderen. Niets van meegekregen in dit buurland. Alsnog lees ik me in, met pijn in het hart. De felle discussie gaat alle kanten op en polariseert, niet voor het eerst. Het zou ook anders kunnen. Iedere keer als uitgerekend katholieken zich ferm uitspreken tegen zogenaamd primitieve moslims met hun vreemde zeden (“Straks zijn onze dochters niet meer veilig!”), tegen de LHTBIQA+ -beweging (“Ze vergiftigen onze kinderen met abjecte ideeën over seks!”), denk ik aan Jezus’ uitspraak: “Hij die zonder zonde is …”. Nationalistische, conservatieve landen en partijen met een sterk katholieke dan wel ‘cultuurchristelijke’ signatuur, die anderen op seksueel-moreel gebied demoniseren: dát is volgens mij het meest actuele probleem van de katholieke Kerk. Of zedenzaken nog altijd ‘typisch rooms’ zijn, weet ik niet. Dat juist katholieken zich terughoudend zouden moeten opstellen over andere seksuele mores dan die de ‘Wereldkerk’ uitdraagt, lijkt me helder. Katholieke instanties en personen zouden aan geloofwaardigheid winnen als ze kwalijke, xenofobische superioriteitgevoelens bij geloofsgenoten dichtbij en ver weg, openlijk corrigeerden. Doe eerst maar eens aan gedegen zelfonderzoek, steek de hand in eigen boezem. Dat is nu eens geen seksuele handeling, maar een kwetsbare daad van liefde.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Désanne Van Brederode