Veelal vertel ik u iets over dagelijkse dingen, mensen en plekken, met mijmeringen dicht bij huis. Vandaag zal het anders zijn. Ik ben net terug uit Zuid-India, waar ik een bezoek bracht aan de partnerinstellingen van onze faculteit. Sinds jaar en dag werken we samen met theologische instellingen in het Zuiden, maar zelf was ik nog nooit ter plekke. Nu, als decaan, was het daarvoor de hoogste tijd. En het klinkt misschien clichématig, maar dat veranderde alles. Plekken werden concreet in een zicht, een geur, een geluid. Mensen met namen uit e-mails werden levensechte vrienden, betrokken op dezelfde ‘zaak’. Ik werd er ontvangen met de grootste egards, in traditioneel eerbetoon omhuld met een sjaal, uitvoerig begroet en ingeleid, werkelijk verwend als een koningin. Ik gaf er tal van lezingen, vertelde over onze faculteit en onze uitdagingen ‘in het Westen’, had staf- en studentenontmoetingen over versterking van onze samenwerking, gesprekken en bezoeken allerhande. Het kon niet op. Echter, wie het meest leerde, waren niet zij, maar zonder twijfel ikzelf.
Onstuitbaar
Ronduit zwaar onder de indruk ben ik van de wijze waarop collega’s en studenten, seminaristen en jonge zusters er leven. Overweldigd ben ik door de letterlijke en figuurlijke warmte in hun levensstijl, van de onstuitbare dynamiek, de onophoudelijke beweging en het nooit stilvallende geluid in het dagelijkse leven, hun klaterende enthousiasme… Het begon al met een ‘talentenavond’ in een seminarie. Voor het eerst in mijn leven zag ik zeventig jonge seminaristen samen: gewone, knappe, blije, pretentieloze jongens van 23-24 jaar, die zongen en dansten zonder enige gêne, heel natuurlijk en opgewekt, enthousiast. Eenzelfde tafereel zag ik wat later op een feestelijke avond in een ander seminarie.
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!