Gemorrel in de marge
Dan maar strenger controleren, grotere gevangenissen en meer gevangenispersoneel? Die oplossing gaat niet naar de kern van het probleem. Begin deze maand werd er geopperd om het penitentiair verlof aan het einde van de gevangenisstraf op te trekken van een week naar een maand om meer plaatsen te voorzien. Ook dat is geen structurele oplossing, maar hoogstens gemorrel in de marge. De meer fundamentele vraag is of mastodonten van gevangenissen, prikkeldraad en isoleercellen – zelfs al maken ze gebruik van de nieuwste bewakingstechnologie – nog wel van deze tijd zijn.
Mensbeeld
Er schuilt een mensbeeld achter hoe we gevangenissen organiseren. Een eenzijdige nadruk op controle en straf gaat ervan uit dat mensen, onder een laag beschaving, wolven voor elkaar zijn. Bij een misdadiger is dat laagje afgebladerd als oud behang. Straf en discipline zullen hem of haar wel weer in de pas doen lopen, zo denkt men. De realiteit toont dat die visie niet werkt, integendeel. Ex-gedetineerden komen met een gevoel van rancune en met psychische en sociale detentieschade uit de gevangenis. De cijfers liegen er niet om: 70 procent hervalt in criminele feiten. Hoe kan dat ook anders? Berouw en schuldbesef komen niet vanzelf tot stand door gedetineerden aan hun lot over te laten in overvolle gevangenissen.
Dat wil niet zeggen dat het tegendeel opgaat, dat de menselijke natuur intrinsiek goed is. We zijn januskoppen die zowel tot het beste als het slechtste in staat zijn. Hoewel misdadigers ons oog in oog brengen met die slechtste kant, zou het net de kracht van detentie moeten zijn om dat verhaal weer om te buigen, om voeding te geven aan menselijkheid en een moreel kompas voor te houden. Om vertrouwen te geven aan degenen die niemand meer vertrouwt. Mensen zijn spiegels van hun omgeving. Een gevangeniscontext die wantrouwen en controle ademt, zal alleen onbetrouwbaarheid en opportunisme oogsten. Vertrouwen daarentegen zorgt ervoor dat mensen willen tonen dat ze dat vertrouwen waard zijn. Herstel moet de inzet zijn van detentie, niet wraak, of erger: verwaarlozing.
Cyclus van geweld
Is dat niet wat Jezus bedoelde toen hij sprak over het aanbieden van de andere wang? Wanneer een delinquent de maatschappij schade berokkent, moeten we geen vuist maken en terugslaan. Uit vernedering kan alleen maar wraak voortkomen. Het komt er net op aan de cyclus van geweld te doorbreken. Dat wil niet zeggen dat er geen straf moet zijn, maar die moet gericht zijn op vrijheidsberoving, geen wraakroepende detentieschade. Afzien van vergelding is geen zwaktebod, maar een eerste stap naar herstel.
Twee tongen
De evoluties binnen detentie spreken in twee tongen: enerzijds wordt er ingezet op kleinschalige en goed omkaderde detentiehuizen, anderzijds worden kortere straffen sinds kort ook effectief uitgevoerd. Die eerste beweging is een goede evolutie die de kans op recidive ernstig inperkt, maar tot op heden zijn er nog maar twee van die instellingen in ons land. De laatste beweging kadert voornamelijk in een kordater en repressiever optreden tegen criminaliteit, niet in een betere re-integratie in de samenleving. Er is noch de opvangcapaciteit voor, noch is het een goed idee met het oog op herstel. Het wordt tijd dat er een richting wordt gekozen. Willen we in de 19de eeuw blijven of brengen we detentie bij de tijd?
Meer opinies van
Liza Cortois