Is extreemrechts in Europa de grote vijand die de democratie en de Europese waarden bedreigt? Ongevaarlijk zijn de Victor Orbans, Giorgia Meloni’s en Marine Le Pens zeker niet, stelt de Nederlandse journalist Marijn Kruk. In zijn scherpzinnige boek Opstand (Prometheus) beschrijft hij de opkomst van extreemrechts als een populistische revolte binnen de bredere ‘strijd om de ziel van het Westen’. Zijn conclusie is dat de populisten schaamteloos inspelen op de zorgen van heel wat mensen over immigratie, identiteit en verloren gewaande tradities. Kruk ziet hoe deze ‘illiberale’ beweging bestaat uit een bonte mengeling van klassieke conservatieven, rechtse (cultuur)christenen, etno-nationalisten en complotdenkers.
Toch is Kruk niet zo bang voor deze beweging. Zijn stelling is dat maatschappelijke veranderingen niet gemakkelijk teruggedraaid kunnen worden. Anders dan veel analisten wil hij het populisme ook niet vergelijken met het nazisme of fascisme. Hij spreekt eerder van nostalgie naar een zogenaamd ‘veilig’ verleden.
Symptoom
Dat de verboden Pride-optocht in Boedapest nog nooit zoveel volk bijeenbracht en uiteindelijk ongehinderd door de straten trok, lijkt die stelling van Kruk te staven. Niettemin moeten we de nostalgie ernstig nemen. Ze is een symptoom van een onrust die binnen brede lagen van de bevolking leeft.
“Als mensen de tafel omver willen gooien, is het omdat ze er niet mogen aanzitten”
De Franse socioloog Yann Raison du Cleuzioue vraagt zich af of intellectuelen die zich laatdunkend uitlaten over deze groep wel beseffen hoe geprivilegieerd ze zijn. “Als de Fransen (die voor het RN stemmen) de tafel omver willen gooien, is het omdat ze er niet mochten aanzitten, omdat het voordeel van tolerantie waarvan we vrezen dat het zal verdwijnen, hen al werd ontzegd. Dat ze niet het recht hadden om te zeggen dat hun wereld aan het veranderen was op een manier die zij onwenselijk vonden.” Hij vraagt zich af of het ons niet mankeert aan de moed om de pijn en angst te zien van mensen die lijden onder de ecologische, sociale en economische uitsluiting?
Durf
Die vraag snijdt diep. In armere wijken in onze steden is de migratiedruk bijvoorbeeld heel zwaar. Net voor de groepen die het sociaal lastig hebben, zijn dit overweldigende problemen. Ze hebben het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt en dat ze achtergesteld worden. Als die bezorgdheden niet gehoord worden en onmiddellijk gecriminaliseerd worden door het racisme te noemen, wekt dat ressentiment op.
Hoe gevaarlijk die al dan niet bewuste arrogantie van de elite is, zien we in de waanzinnige paradox die de VS op dit moment beheerst: een autocratische, hyperkapitalistische regering van een president die net gekozen is door de mensen die zich in de steek gelaten voelden, sociaal en cultureel.
En in de Kerk?
Die spanningen vinden ook hun weg in de Kerk. In commissies en raden maken we ons terecht zorgen over populisme. Maar tegelijk voelen ook binnen de kerkgemeenschap mensen zich vervreemd. Ze vrezen voor het verlies van hun identiteit en eigenheid. Hoe gaan we daarmee om als Kerk?
We mogen niet vervallen in een nieuwe moraliserende en schuldinductieve houding, zoals die voor het Tweede Vaticaans Concilie bestond rond seksualiteit. Het gevaar is dat we dit nu gaan doen op een ander domein: door de terechte bezorgdheid over de gevolgen van het succes van extreemrechts (en links trouwens) is er een neiging om meteen te moraliseren in plaats van zich af te vragen welke pijn en angst hierachter schuilgaan. Niet alle kiezers van extreemrechtse partijen zijn boosaardige, egoïstische mensen.
Dat wil niet zeggen dat er geen redenen zijn om kritiek te hebben op deze positie. Maar die kritiek mag geen opgestoken vingertje zijn van de weldenkende naar de zondaar. Synodaal betekent dit: het gesprek met elkaar aangaan. Dat heeft Orbit met zijn bondgenotenstrategie heel goed begrepen.
Samen moeten we ons de enige ware kritiek stellen: de ‘hyperkritie van het evangelie’, zoals Maurice Bellet die noemt. Want is nostalgie niet evenzeer aanwezig bij de progressieve christenen als bij de traditionalisten? De inculturatie is een voortdurend proces dat ons telkens weer uitnodigt om de barmhartigheid én de gerechtigheid samen te brengen.

Meer opinies van
Johan Van der Vloet