Principes versus verantwoordelijkheid
Die oorspronkelijke invalshoek van preventie en zorg dreigt verloren te gaan als je eenzijdig de nadruk legt op zelfbeschikking van de vrouw. In de loop der tijden heeft dit principe het gehaald op het recht op leven van het ongeboren kind. Het is net dat recht op leven dat de kerkelijke moraal als absoluut beschouwt, waardoor de discussie heel scherp verloopt.
Relaties en verantwoordelijkheid
Van experten hoor je dat vrouwen bij de keuze voor zwangerschapsafbreking zelden over die grote principes spreken. De Noord-Amerikaanse psychologe Carol Gilligan toonde aan dat het niet zozeer gaat over het opeisen van een recht, maar veel meer over relaties en verantwoordelijkheid. In de daarvan afgeleide zorgethische benadering staat die aanpak centraal: vrouwen begeleiden om tot een weloverwogen beslissing te komen. Een beetje provocerend zou je kunnen stellen dat het zelfbeschikkingsrecht – dat zowel mannen als vrouwen in deze discussies eenzijdig naar voor schuiven – een eerder patriarchale categorie is, omdat het als abstract en individualistisch principe ‘opgelegd’ wordt, terwijl dat voor de concrete persoon die er mee te maken krijgt, heel anders ligt. De relationele aanpak van de zorgethiek kan zowel voor- als tegenstanders van zwangerschapsafbreking helpen een genuanceerde visie te ontwikkelen op deze precaire thematiek.
Kader
Bijkomend argument om die zelfbeschikking als centrale categorie in vraag te stellen, is dat ze vandaag fungeert als basis voor een politiek opbod: de verhoging van de wettelijke termijn voor abortus naar 18 weken of meer en de afschaffing van de bedenktijd die als betuttelend wordt gezien. In die visie wordt zwangerschapsafbreking een eenvoudige ingreep die geen apart statuut heeft. Merkwaardig toch dat dit opbod gezien wordt als een teken van progressiviteit? Als CD&V-voorzitter Sammy Mahdi niet af wil van de 14-wekennorm en wil inzetten op preventie en seksuele opvoeding, wordt dat afgedaan als middeleeuws conservatisme. Toch leunt deze visie dicht aan bij een prudente en zorgethische benadering. Zoals Veil stelt, is zwangerschapsafbreking altijd een drama. Ze beweegt zich op een van de meest kwetsbare domeinen van ons mens-zijn. Niemand wil in zo’n situatie terechtkomen. Dat moet het uitgangspunt blijven.
Nabijheid
De Kerk heeft terecht kritiek op de abortuswetten. Tegelijk moet ze beseffen dat haar vroegere houding tegenover abortus bij verkrachting en gevaar voor het leven van de moeder, niet geholpen heeft om dit debat sereen te voeren. Ook bleef de rol van de man vaak buiten beeld. Bovendien huldigt de Kerk een erg strikt idee over seksuele opvoeding en voorbehoedsmiddelen. Dat zorgt vooral in ontwikkelingslanden voor net meer abortussen in onverantwoorde omstandigheden. In een zorgethische benadering kan de Kerk perfect haar principiële keuze voor het recht op leven van de foetus verbinden met een nabijheid die oog heeft voor de moeizaamheid en complexiteit van het leven. Dat gebeurt pastoraal de facto al een hele tijd, maar – hoeft het nog gezegd – de seksuele ethiek van de Kerk is aan een aggiornamento toe.
Meer opinies van
Johan Van der Vloet