John Everett Millais, Christ in the House of His Parents (The Carpenter’s Shop). © Wikimedia
Marcus: geen goede relatie
In het vroegste evangelie, dat van Marcus, vernemen we bijzonder weinig over de Heilige Familie. Er is nergens sprake van Jozef, Jezus’ aardse vader, maar wel van een “vaderstad” (6:1.4). Tweemaal komt zijn moeder aan bod. In 6:4 wordt Jezus geïdentificeerd als “zoon van Maria”, al ontbreekt een geboorteverhaal. We vernemen pas iets over Jezus’ gezin in 3:21 en 3:31-35. Op dat moment had Jezus zijn ouderlijk huis al verlaten en had hij blijkbaar zelf een huis in Kafarnaüm. Hij had al leerlingen geroepen, de twaalf aangesteld en veel zieken genezen zodat grote menigten hem volgden en hij soms zelf geen gelegenheid had om brood te eten. In deze situatie horen we in Marcus voor het eerst iets over de familie van Jezus:
Zijn familie, die over Hem gehoord had, ging eropuit om Hem in bedwang te houden; want ze zeiden dat Hij zichzelf niet was.
Waarop volgt:
Zijn moeder kwam met zijn broers. Ze bleven buiten staan en lieten Hem roepen. Om Hem heen zat een menigte, en ze zeiden tegen Hem: “Kijk, uw moeder en uw broers en uw zusters daarbuiten zoeken U.” Hij antwoordde hun: “Wie zijn mijn moeder en mijn broers?” Hij liet zijn blik langs de mensen gaan die in een kring om Hem heen zaten en zei: “Kijk, hier zijn mijn moeder en mijn broers. Want wie de wil doet van God, die is mijn broer en mijn zuster en mijn moeder.”
Verder lezen?
Log in op uw Tertio account en lees meteen verder
Nog geen account? Neem een digitaal abonnement en lees meteen verder.
Of maak een Tertio proefaccount aan en lees 1 maand gratis online!
Lees ook deze artikels...