De boutade dat Israël het recht heeft zichzelf te verdedigen wordt door de extreemrechtse Israëlische regering beschouwd als een groen licht van het Westen voor de voortzetting van de strijd tegen de bondgenoten van Iran. Het aantal slachtoffers van de Israëlische wraak voor de terreuraanslag van 7 oktober vorig jaar door Hamas nadert in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Libanon samen inmiddels de 50.000.
Oude Testament
Om het geweld in Gaza te rechtvaardigen, verwees de Israëlische premier Benjamin Netanyahu eind oktober vorig jaar al naar de Bijbel en hij legde een verband tussen Hamas en Amalek, de archetypische aartsvijand. Samuel 15:3 laat weinig aan de verbeelding over: “Rukt dus uit en slaat de Amalekieten neer en voltrekt de ban aan alles wat hun toebehoort; spaart hen niet, maar brengt allen ter dood, mannen vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.”
Wie een jaar geleden nog dacht dat dit een soort stijlfiguur was, een politieke hyperbool, weet intussen wel beter. Ofwel identificeert die premier zichzelf met een oudtestamentische wraakzuchtige Jahwe, ofwel gelooft hij het verhaal dat hem ooit door een rabbi werd opgedist dat hij de laatste Israëlische leider is voor de komst van de Messias.
Nieuwe Testament
Om wraakgevoelens binnen de perken te houden, werd met de wet van Mozes het principe van oog om oog, tand om tand, wond om wond, brandplek om brandplek (Exodus 21:24-25) opgelegd. Daar hebben de huidige Israëlische machthebbers helemaal geen oren naar, dus zeker niet naar wat de christelijke Messias verkondigde: “Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: oog om oog, tand om tand. Maar ik zeg jullie een zaak niet uit te vechten met iemand die je kwaad heeft gedaan.” (Matteüs 5:38-39)
“Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.”
In hetzelfde hoofdstuk herinnert Jezus er trouwens ook aan dat tot “onze voorouders” is gezegd: “Gij zult niet doden. Wie doodt, zal strafbaar zijn voor het gerecht.” Het bloeddorstig nemen van wraak is dus uit den boze. Over het nemen van wraak schrijft Paulus in zijn brief aan de Romeinen: “Wreek uzelf niet, geliefden, maar laat dat over aan Gods toorn; er staat immers geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal vergelden, zegt de Heer” (Rom. 12:20), een standpunt dat herhaald wordt in de brief aan de Hebreeën (Heb. 10:30). Paulus verwijst dus naar standpunten in geschriften die destijds gelezen werden en die ruim tweeduizend jaar later nog bekend zouden moeten zijn.
Zeventigmaal zevenmaal
De terreuraanval door Hamas van oktober vorig jaar wordt door de Israëlische regering gebruikt als excuus voor de huidige oorlogen. De Israëlische machthebbers zijn daarbij blind voor de recente voorgeschiedenis, die begon met de door het Westen gesteunde kolonisatie van het Heilig Land, een brokstuk van het ter ziele gegane Ottomaanse Rijk in 1917. De geschiedenis van de voorbije eeuw is er een geweest van voortdurende actie en reactie, alle vredesinspanningen van de internationale gemeenschap ten spijt. Niemand in de regio heeft momenteel een boodschap aan het antwoord van Jezus op de vraag van Petrus hoeveel keer hij moet vergeven als “mijn broeder iets tegen mij misdoet”. Het bekende antwoord luidt: “Niet tot zevenmaal toe, maar tot zeventigmaal zevenmaal.” (Matteüs 18:22)
Vergeldingsformule
Netanyahu lijkt die vergevingsformule te hebben omgebogen tot een vergeldingsformule. De terreuraanval van Hamas van oktober vorig jaar eiste ruim 1.200 slachtoffers. Het aantal doden aan Palestijns-Libanese kant ligt al bijna zeven keer zevenmaal hoger. Maar hoe hoog zal dat cijfer oplopen als er een oorlog met het Iran van de ayatollahs ontbrandt en wie heeft er nog een boodschap aan Jezus’ profetische waarschuwing: “Allen die naar het zwaard grijpen, zullen door het zwaard omkomen.” (Matteüs 26:52)
Meer opinies van
Ludwig De Vocht