Verdeeldheid zaaien om macht te grijpen en te behouden is een principe dat waarschijnlijk al ouder is dan de geschreven geschiedenis. Divide et impera wordt vaak in verband gebracht met de Romeinse veldheer Julius Caesar, die in de eerste eeuw voor onze tijdrekening spanningen tussen Gallische stammen strategisch uitspeelde. Hij maakte handig gebruik van hun onderlinge verdeeldheid om Gallië te veroveren, inclusief onze streken. Het zou hem geen windeieren leggen. Caesar was ook de man die als dictator voor het leven de Romeinse republiek de nek omwrong en het pad effende voor het Romeinse keizerrijk, dat begon met Augustus. Eenentwintig eeuwen later wordt nog steeds geprobeerd in Europa verdeeldheid te zaaien, op de eerste plaats door een man die zichzelf ziet als een nieuwe tsaar, een woord dat is afgeleid van de titel ‘caesar’.
Polarisatie
De moderne term voor ‘verdeeldheid zaaien’ is polarisering: het opbreken van een samenleving in kampen die liefst zo ver mogelijk uit elkaar staan. In een democratie, waarin de macht per definitie uitgaat van het volk, heeft polarisatie een verlammende werking – zolang er tenminste nog een betekenisvolle oppositie bestaat. Want met welk deel van de bevolking moet een parlementaire democratie rekening houden?
Met de voorstanders van wapenleveringen aan Oekraïne of met de pleitbezorgers van appeasement tegenover Rusland? Met wie de Israëlische regering streng wil straffen voor het bloedbad in de Palestijnse gebieden of met wie liever wegkijkt uit islamofobe reflex? Met wie migranten zonder pardon wil uitwijzen of met wie beseft dat migratie noodzakelijk is om personeelstekorten op te vangen? Met wie de zwaksten als zondebok viseert of met wie het voor hen opneemt?
Meer in het algemeen: wint de stem die inzet op nuance en compromis, of die welke hunkert naar een sterke leider? Dat laatste kan maar al te goed realiteit worden, met alle gevolgen van dien. “Verdeel en heers” of “Polariseer en heers” blijkt ook anno 2025 een beproefde methode om macht naar zich toe te trekken.
Uitdelen
Maar het werkwoord ‘verdelen’ kan ook een positieve betekenis hebben. Over de eerste christelijke gemeenschappen wordt in het boek Handelingen gezegd dat er geen enkele noodlijdende onder hen was, omdat allen die land of huizen bezaten, die verkochten en de opbrengst deelden naar ieders behoefte. (Handelingen 2, 45).
“De hedendaagse term voor ‘verdeeldheid zaaien’ is ‘polarisering’.”
Ook in het verhaal van de wonderbare spijziging staat uitdelen centraal: “Toen nam Jezus de broden en na het dankgebed gesproken te hebben, liet Hij ze uitdelen onder de mensen die daar zaten, alsmede de vissen, zoveel men maar wilde” (Johannes 6, 11). Alle vier de evangeliën vertellen dit verhaal, maar alleen Johannes voegt eraan toe dat, toen de mensen het teken zagen, Jezus begreep dat ze Hem tot koning wilden uitroepen (Johannes 6, 14-15).
Christus Koning
Honderd jaar geleden – in het Heilig jaar 1925 – vaardigde paus Pius XI de encycliek Quas primas uit, waarmee hij het hoogfeest van Christus Koning instelde. Het werd oorspronkelijk gevierd op de laatste zondag van oktober, vlak voor Allerheiligen. In 1969, het jaar van de eerste maanwandeling, verplaatste paus Paulus VI het naar de laatste zondag van het kerkelijk jaar, vlak voor Advent. De naam werd toen gewijzigd in Iesu Christi universorum Regis, of Jezus Christus Koning van het Heelal.
Het feest viert het “koningschap van Jezus als een koninkrijk van dienstbaarheid, gerechtigheid en liefde, in tegenstelling tot aards machtsvertoon.” In dat koninkrijk is helemaal geen plaats voor de klassieke interpretatie van Divide et impera.
Meer opinies van
Ludwig De Vocht
