Wie kerkelijk Vlaanderen doorkruist, hoort en ziet veel vermoeidheid. Er is grote twijfel over de toekomst. Soms berustend, soms opstandig, soms cynisch. Je vindt het zowel aan de basis als bij het beleid. Dat is niet onlogisch. Het is allemaal zo moeizaam: krimpscenario’s, herstructureringen, een chronisch tekort aan vrijwilligers en voorgangers. Spanningen tussen kerkelijke overheid en lokale gemeenschappen. De neiging om op zichzelf terug te plooien. Soms ook wantrouwen en interne twisten, waar je net zou verwachten dat er meer samenwerking en openheid zou zijn in deze moeilijke tijd voor de Kerk.
Haarden
Je zou er depressief van worden. En toch: er zijn nieuwe initiatieven en haarden van creativiteit. Wie het Space for Grace-programma bekijkt, ontdekt een indrukwekkend aantal innovatieve projecten van lokale gemeenschappen en organisaties. Er ontstaan ook nieuwsoortige diaconale projecten, zoals House of Compassion in Brussel en Gent. Met Kamino vindt de jeugddienst zichzelf heruit.
Als je met die bril wil lezen, ontdek je dat er nog veel meer broeit en bloeit in parochies, bewegingen en bisdommen. Om het met Jesaja te zeggen: “Zie, ik ga iets nieuws beginnen, het is al begonnen, merk je het niet? (Jes 43,19). De Geest verdwijnt niet, hij is altijd aan het werk. De kunst bestaat erin dat te ontdekken en te onderscheiden. Het te durven zien en het kansen te geven.
Troost en kracht
Tijden van overgang zijn altijd lastig. Mensen voelen zich onveilig, vrezen voor de toekomst, kijken nostalgisch naar het verleden of worden omgekeerd hemelbestormers die al het oude afschrijven. Die pijn van afscheid en een nog onduidelijke toekomst geldt niet alleen voor de Kerk. Ook geopolitiek leven we in een overgang en zien we dezelfde reacties. Dat gezamenlijk dragen van onzekerheid en pijn verbindt ons met de wereld.
Daarin kan Pinksteren een krachtige boodschap zijn voor alle mensen. Het Veni Creator Spiritus – de oude hymne tot de Heilige Geest – spreekt naar het woord van Jezus over de Geest als ‘grote trooster in de tijd’. Echte troost biedt ruimte voor het verdriet, de ontgoocheling, de rouw om wat voorbij is. Zich voor die troostende kracht openstellen, is het eerste luik van de Pinksterboodschap.
“Christenen moeten zich oprichten uit de vermoeidheid en de angst om het vuur van Pinksteren te laten werken”
Het tweede is: een getrooste mens kan weer opstaan. Pinksteren sluit niet voor niets de Paastijd af: het maakt de troost van de verrijzenis tot dynamiek. De Geest die Jezus heeft opgewekt uit de doden, zal ook u laten opstaan, zegt Paulus (Rom 8,11). Dat opstaan begint hier en nu, als christenen zich laten oprichten uit de vermoeidheid en de angst om het vuur van Pinksteren te laten werken: het vuur dat naar buiten drijft, dat doet getuigen, dat warmte brengt in de kilte van de wereld.

Meer opinies van
Johan Van der Vloet