Grondoorzaak
De controverse en eensgezindheid van de voorbije dagen omzeilen het dieperliggende debat over euthanasie bij voltooid leven. Er groeit steun voor het idee dat ‘lijden aan het leven’ bij ouderen een plaats verdient in de euthanasiewetgeving. Maar verwarren we daarbij niet symptoom en grondzaak? Een Nederlandse overheidsstudie van 2020 belicht de omvang en aard van de doodswens bij ouderen die hun leven voltooid achten. Slechts 0,18 procent van de bevraagde ouderen zonder (ernstige) ziekte heeft een wens tot levensbeëindiging. Daarbij zijn piekeren, eenzaamheid, aftakeling en afhankelijkheid, anderen niet tot last willen zijn, zinverlies of zelfs geldzorgen, versterkende factoren. Bovendien wisselen doodswens en verlangen om te leven elkaar af. Dat dwingt ons de vraag achter de (doods)vraag te exploreren. Als een maatschappij op dat complexe ‘ziektebeeld’ alleen kan antwoorden met euthanasie, is de menselijkheid waarmee al te snel wordt gekoketteerd, ver weg. Een menselijke samenleving pakt de grondoorzaak van die doodswens aan door het sociale weefsel te versterken, intergenerationeel leven aan te moedigen, en vertrouwen, hechting en levenskunst te bevorderen. Ouderenpsychiater Filip Bouckaert (KU Leuven) pleit voor een zorgethiek die zorgafhankelijkheid positiever duidt: mensen zijn in alle levensfasen behoeftig, kwetsbaar en sterfelijk. Afhankelijk zijn is niet verminderd mens-zijn. Hij verwijst naar de reciprociteitsgedachte van filosoof Antoon Vandevelde, die stelt dat leven geven en nemen is. De opvatting dat zorgafhankelijkheid het mens-zijn reduceert, bezorgt ouderen een schuldgevoel.
Denkfout
Centraal in het debat staat het begrip ‘zelfbeschikking’: de mens is een autonoom denkend en handelend wezen dat zelf over tijdstip en aanleiding van zijn dood mag beslissen. Dat is een filosofische misvatting, geen strijd die ideologisch moet worden beslecht. Pluralistische artsenverenigingen in Nederland en België, en bezwaarlijk van religieuze ijver te verdenken denkers als Ignaas Devisch of Bas Heijne, plaatsen openlijk vraagtekens bij een dogmatisch gehanteerde autonomiegedachte, omdat ze hapert. Een mens is niet volstrekt autonoom, maar een relationeel wezen, ingebed in een samenleving. Ingrijpende individuele beslissingen impacteren de directe omgeving en verzetten ook bakens in de samenleving. Euthanasie bij voltooid leven is een maatschappelijke barometer: het toont hoe wij omgaan met een door ouderen ervaren gevoel van zin- of nutteloosheid.
Hellend vlak
België aanvaardt euthanasie in uitzonderlijke gevallen. Terecht. Maar de terughoudendheid, inherent aan zo’n ingrijpende daad, mag niet worden ondermijnd door de grens steeds te verleggen tot alle kwetsbaarheid en ‘nutteloosheid’ uit de samenleving zijn geweerd. “Niemand wordt verplicht”, luidt de motivatie, maar is dat in de toekomst wel gegarandeerd? Wie verzekert dat bij groeiende individualisering en sociale kostenstijging ‘mogelijk’ niet verglijdt tot ‘wenselijk’? Dat hellend vlak is heus geen hersenschim. ‘Niemand tot last willen zijn’ wint snel veld in het maatschappelijke discours. Het is dus zeer de vraag of een doodswens vanwege voltooid leven wel zo autonoom tot stand komt. Worden ouders die voor het leven van hun ongeboren kindje met down kiezen, vandaag al niet meewarig bekeken omdat de NIPT-test die ‘last’ kon vermijden? Denken wij weldra ook zo over ouderen die niet meer mobiel, bespraakt of bij zinnen zijn? De kunst zal zijn om voorbij ideologische breuklijnen te zoeken naar gemeenschappelijke grond, naar wat ons ten diepste tot mens maakt – beslist niet alleen autonomie.

Meer opinies van
Sylvie Walraevens